Alleen de neutrale patroons wilden deze loonsverlaging doorzetten, maar na een uitbreiding van de staking haalden ze na enige weken bakzeil. Uit het jaarverslag van de ANB: "Het was een krachtproef. Vooral in Rotterdam, waar de strijd in hoofdzaak werd uitgevochten, was het resultaat verrassend. Met grote geestdrift sloten de arbeiders, ook de ongeorganiseerden, zich bij de stakers aan. Slechts enkele gevallen van onderkruiperij deden zich voor. Opvallend was, dat dit staaltjes waren van bewuste onderkruiperij, uitgaande van fascistisch-gezinde elementen. Deze vermochten echter niet de minste invloed uit te oefenen." (p. 346). 136 van de 264 stakers waren inderdaad ongeorganiseerden. De patroons spanden nog een kort geding aan in verband met 'hinderlijk volgen', maar ze verloren. Volgens De Tribune van 18 maart was het volgende het geval: "De Rotterdamse patroons worden naar voren geschoven door de Nederlandse bouwondernemers.". De andere plaatsen waar gestaakt werd waren: 12 maart Utrecht Rijksen & Co 15 maart Hengelo 47 st. 62 dagen 2491 Wageningen 12 bedrijven 47 63 2538 20 Leiden H.P. Jansen 46 2 75 Zeist 18 93 24 1860 21 Schiedam 25 Apeldoorn 62. Rotterdam: 21 bedrijven (o.a. C. & A. v.d. Loo, H. en P. Voormolen, Kaptein-54 stakers, Waning, Hartman en Zonen, Pelt & Van der Heyden, Gebr. Uyterlinde -40 stakers, B. Hooykaas, Heyink & Van Vreeswijk en de voorzitter van de patroonsbond J. Muller en Zoon) 264 stakers, 35 dagen en 7920 gestaakte dagen. In het archief van Frank van der Goes bevinden zich knipsels over de staking bij H. & P. Voormolen in Rotterdam; er waren bij dat bedrijf 26 stakers waarvan 10 bij de bouw van de nieuwe beurs (nr. 1500). Boomgaard maakte hier allemaal afzonderlijke stakingen van!