Strike, against a wage cut - 1923

Een geleide staking tegen crisisverslechteringen in Amsterdam (250 stakers), Rotterdam (250/303, o.a. bij Allan)) , Den Haag (594/636), Haarlem (100), Groningen, Utrecht, Waddinxveen, Wageningen, Joure, Almelo (50), Deventer (23), Middelburg en Leiden (12). Later breidde de staking zich uit naar Zaandam, Delft, Krommenie, Hengelo en Breda. Toen de staking eindigde (volgens Diepenbrock ging ze verloren) staakten de arbeiders in Zaandam door en werden er in Waddinxveen vijftig geslachtofferd. ANBMj noemt alleen de staking in Joure, waar voor het collectief contract bij 10 bedrijven 26 arbeiders tot 14 april staakten en 612 gestaakte dagen kostten. In het Leidsch Dagblad worden de volgende bedrijven genoemd: Den Haag (Panders*Mutters*Stoelefabriek Hagering*Boes*Allan*Warnas*Gescher & Kempen, Totaal tussen de 500 en 550 stakers), Rotterdam (Maas*Breedveld*Beem*Eckhard*Allen in Hilligersberg*Hoogarn*Lieshout*Carree*Westerhof & Ten Bosch*Tolbosch e.a.), Amsterdam (8-9 bedrijven met 250 stakers), Utrecht (14 bedrijven met 133 stakers, waarvan 62 NVV-leden, 25 RK, 23 CNV en 21 ongeorganiseerden), Deventer (23 stakers), Groningen (90 stakers), Haarlem (100 stakers), Zaandam (Nederlandsche Meubel- en Houtwarenfabriek) en Krommenie (Leguit & Zn*Klooster*Reyne & Zn).

Strike, against a wage cut - 1923

Een geleide staking tegen crisisverslechteringen in Amsterdam (250 stakers), Rotterdam (250/303, o.a. bij Allan)) , Den Haag (594/636), Haarlem (100), Groningen, Utrecht, Waddinxveen, Wageningen, Joure, Almelo (50), Deventer (23), Middelburg en Leiden (12). Later breidde de staking zich uit naar Zaandam, Delft, Krommenie, Hengelo en Breda. Toen de staking eindigde (volgens Diepenbrock ging ze verloren) staakten de arbeiders in Zaandam door en werden er in Waddinxveen vijftig geslachtofferd. ANBMj noemt alleen de staking in Joure, waar voor het collectief contract bij 10 bedrijven 26 arbeiders tot 14 april staakten en 612 gestaakte dagen kostten. In het Leidsch Dagblad worden de volgende bedrijven genoemd: Den Haag (Panders*Mutters*Stoelefabriek Hagering*Boes*Allan*Warnas*Gescher & Kempen, Totaal tussen de 500 en 550 stakers), Rotterdam (Maas*Breedveld*Beem*Eckhard*Allen in Hilligersberg*Hoogarn*Lieshout*Carree*Westerhof & Ten Bosch*Tolbosch e.a.), Amsterdam (8-9 bedrijven met 250 stakers), Utrecht (14 bedrijven met 133 stakers, waarvan 62 NVV-leden, 25 RK, 23 CNV en 21 ongeorganiseerden), Deventer (23 stakers), Groningen (90 stakers), Haarlem (100 stakers), Zaandam (Nederlandsche Meubel- en Houtwarenfabriek) en Krommenie (Leguit & Zn*Klooster*Reyne & Zn).