In 1921 was reeds een loonsverlaging doorgevoerd en toen de CBT hiertegen protesteerde begon de SHV haar personeel te ontslaan. Hierop vroegen veel arbeiders of ze tegen dat lage loon toch in dienst mochten blijven! Een jaar later leefde de Rijnvaart echter op en nu gingen de arbeiders de strijd wel aan. De loonsverlaging bleef tot 10% beperkt. De andere eis hield verband met de bemanningssterkte. Toen de bond op 10 augustus een stemming organiseerde in verband met een arbitragevoorstel en de arbeiders adviseerde dit te aanvaarden werd het toch met 468 tegen 233 stemmen verworpen. De staking duurde nog 2 weken voort en tijdens die tijd werd kapitein J.W.S. neergestoken.. Overigens lagen 150 van de stakers in Ruhrort en gaf CBTjv een aantal betrokken arbeiders van 1006.