Strike, against a wage cut - 1921

De staking richtte zich tegen een door de Metaalbond aangekondigde loonsverlaging van 10% voor volwassenen en 15% voor minderjarigen. Voor Amsterdam -waar de werkgevers een beetje bang voor waren- zou deze verlaging niet gelden. De staking ging in op de dag dat de verlaging van kracht zou worden in de volgende plaatsen/districten: Rotterdam, Schiedam, Utrecht, Dordrecht, Amersfoort, Deventer, Hilversum en Apeldoorn. 15.000 Stakers begonnen met de strijd, vanaf 15 december bijgestaan door nog eens 2000 stakers bij bedrijven in Den Bosch, Papendrecht, Zaltbommel (Meyer en Voorden, NRKM), Tiel, Helmond, Doetinchem, Gaanderen, Den Haag, Groningen en Velp, die waren aangesloten bij de Rooms Katholieke Werkgevers Vereeniging. Ook het distrikt Breda ging nog in staking, maar het mocht allemaal niet baten: de werkgevers hielden voet bij stuk. Hoewel een meerderheid voor voortzetting van de staking bleek bij een stemming onder bijna 12.000 stakers accepteerden de vakbonden op 5 januari 1922 de voorwaarden van de Metaalbond. (Er werden 11.863 stemmen uitgebracht, waarvan 6.096 = 51,4% voor doorstaken was). Jan Wacht geeft een aardige tekening van de fabriek Feijenoord, waarvoor onder de stakers angst bestond ten aanzien van zijn meedoen."Een aantal van onze taaie rakkers uit andere fabrieken had des morgens tijdig post gevat voor de poort. Daar kwamen ze, de zwoegers van de fabriek. Zij aarzelden, bleven staan, wachtten voor de poort. Politie te paard kwam er bij toezien. De groep werd groter, maar niemand ging de poort binnen, uitgezonderd de oude krachten, die toestemming der organisaties hadden om aan het werk te blijven. Eindelijk is het zo laat; dan gaat de fluit, het sein van aanvang. Het is alsof een electrische schok door de massa gaat. De arbeiders komen in beweging, de posters vrezen het ergste; hier is geen tegenhouden aan. Plotseling grijpt de politie in, veegt het plein voor de poort schoon en niemand gaat de poort in. Op een afstand wacht men nog een poos; dan wordt de poort gesloten.". In Het Volk worden de volgende bedrijven en aantallen genoemd: Rotterdam (meer dan 11.000 stakers bij Wilton, RDM, Gusto, Nederlandsche Metaalindustrie, Burgerhout, P. Smit, Braat, Feijenoord, Rijkee, Van der Kuy en van der Ree, American Petroleum Company, Van Berkel's Patent, A Bikkers en Zoon, blikslager Klip, blikslager Heinrich, Steijwal Motorenfabriek, Niehuis en van de Berg en de Rotterdamsche Lloyd, hoewel dit bedrijf geen lid van de Metaalbond is), Utrecht (1500 stakers bij negen bedrijven, waaronder Werkspoor en Louis Smulders), Amersfoort (Eijsink's Motorenfabriek), Delft (Gebr. Sanders waar de onderkruiper F. Kruijff uit Rotterdam doorwerkte), Den Haag (60 stakers bij Pennock), Tiel (Kurz & Co), Deventer (500 stakers bij Nering Boegel, Overijsselsche Ijzergieterij en Machinefabriek en Idala), Dordrecht (2600 stakers), Apeldoorn (De heus/Landaal), Schiedam (1309 stakers), Vlaardingen (100 stakers), Hengelo, Zaltbommel, Helmond (Nederlandsche Schroefboutenfabriek v/h H. van Thiel). In Breda legden vanaf 14 november 400 mensen het werk neer bij Machinefabriek Breda, Vertex en Asselbergs & Nachenius.

Strike, against a wage cut - 1921

De staking richtte zich tegen een door de Metaalbond aangekondigde loonsverlaging van 10% voor volwassenen en 15% voor minderjarigen. Voor Amsterdam -waar de werkgevers een beetje bang voor waren- zou deze verlaging niet gelden. De staking ging in op de dag dat de verlaging van kracht zou worden in de volgende plaatsen/districten: Rotterdam, Schiedam, Utrecht, Dordrecht, Amersfoort, Deventer, Hilversum en Apeldoorn. 15.000 Stakers begonnen met de strijd, vanaf 15 december bijgestaan door nog eens 2000 stakers bij bedrijven in Den Bosch, Papendrecht, Zaltbommel (Meyer en Voorden, NRKM), Tiel, Helmond, Doetinchem, Gaanderen, Den Haag, Groningen en Velp, die waren aangesloten bij de Rooms Katholieke Werkgevers Vereeniging. Ook het distrikt Breda ging nog in staking, maar het mocht allemaal niet baten: de werkgevers hielden voet bij stuk. Hoewel een meerderheid voor voortzetting van de staking bleek bij een stemming onder bijna 12.000 stakers accepteerden de vakbonden op 5 januari 1922 de voorwaarden van de Metaalbond. (Er werden 11.863 stemmen uitgebracht, waarvan 6.096 = 51,4% voor doorstaken was). Jan Wacht geeft een aardige tekening van de fabriek Feijenoord, waarvoor onder de stakers angst bestond ten aanzien van zijn meedoen."Een aantal van onze taaie rakkers uit andere fabrieken had des morgens tijdig post gevat voor de poort. Daar kwamen ze, de zwoegers van de fabriek. Zij aarzelden, bleven staan, wachtten voor de poort. Politie te paard kwam er bij toezien. De groep werd groter, maar niemand ging de poort binnen, uitgezonderd de oude krachten, die toestemming der organisaties hadden om aan het werk te blijven. Eindelijk is het zo laat; dan gaat de fluit, het sein van aanvang. Het is alsof een electrische schok door de massa gaat. De arbeiders komen in beweging, de posters vrezen het ergste; hier is geen tegenhouden aan. Plotseling grijpt de politie in, veegt het plein voor de poort schoon en niemand gaat de poort in. Op een afstand wacht men nog een poos; dan wordt de poort gesloten.". In Het Volk worden de volgende bedrijven en aantallen genoemd: Rotterdam (meer dan 11.000 stakers bij Wilton, RDM, Gusto, Nederlandsche Metaalindustrie, Burgerhout, P. Smit, Braat, Feijenoord, Rijkee, Van der Kuy en van der Ree, American Petroleum Company, Van Berkel's Patent, A Bikkers en Zoon, blikslager Klip, blikslager Heinrich, Steijwal Motorenfabriek, Niehuis en van de Berg en de Rotterdamsche Lloyd, hoewel dit bedrijf geen lid van de Metaalbond is), Utrecht (1500 stakers bij negen bedrijven, waaronder Werkspoor en Louis Smulders), Amersfoort (Eijsink's Motorenfabriek), Delft (Gebr. Sanders waar de onderkruiper F. Kruijff uit Rotterdam doorwerkte), Den Haag (60 stakers bij Pennock), Tiel (Kurz & Co), Deventer (500 stakers bij Nering Boegel, Overijsselsche Ijzergieterij en Machinefabriek en Idala), Dordrecht (2600 stakers), Apeldoorn (De heus/Landaal), Schiedam (1309 stakers), Vlaardingen (100 stakers), Hengelo, Zaltbommel, Helmond (Nederlandsche Schroefboutenfabriek v/h H. van Thiel). In Breda legden vanaf 14 november 400 mensen het werk neer bij Machinefabriek Breda, Vertex en Asselbergs & Nachenius.