Tegen het afwentelen van een deel van de HAR-kosten op de arbeiders. De eerste dag waren er honderden stakers, de tweede dag 2.000 aldus het NAS, dat bij monde van Homma claimde leiding te geven aan de staking. Iets dat door de CBT werd erkend, waarna de staking als volgt werd afgedaan: "Na een week stakens was het relletje doodgebloed, en bleef als eenig resultaat een aantal slachtoffers over." (CBTjv, p. 37). De strijd ging tegen het afschaffen van een gratificatie in ruil voor werk. In Rotterdam was tevergeefs ook de staking geproclameerd. Overigens meldde Het Volk 3000 stakers.