Strike, wage raise - 1914

In de jaren 1903-1914 waren er volgens Verkade verscheidene stakingen, die "evenwel alle van geringe omvang waren en slechts een of maar enkele bedrijven betroffen." Deze staking was echter massaal. Al gedurende enige tijd waren er onderhandelingen gaande over een nieuw CAO. Zo dienden NVV en Federatie (DEV) op 6 maart nog een ontwerp-CAO in,waarin naast loon en arbeidsduur 3 vakantiedagen en 100 procent ziektegeld werden voorgesteld. Ze kregen echter geen gehoor en daarom brak op 1 april de staking uit bij één bedrijf met 43 arbeiders( P. de Lange). Omdat de andere patroons in de omgeving hun collega wilden bijstaan, maar hun arbeiders medewerking hieraan weigerden breidde de staking zich snel uit. Op 3 april totaal 7 bedrijven, 4 april 14 en 6 april 15 bedrijven met in totaal 575/650 stakers. CNV en RKV steunden nu verder ook. De staking kwam ten einde in verband met de oorlogstoestand op 8 augustus. Het aantal verloren arbeidsdagen heb ik -arbitrair- op 58000 gesteld. Overigens meldde het CBS op een later tijdstip, dat het de stakers waren, die gedurende de slapte als gevolg van de oorlog als eersten eruit vlogen. Het lijkt mij -gezien de duur- dat dit dezelfde staking is, die Harmsen als havenarbeidersstaking vermeldt. Van der Laan wijst er in zijn studie ook op dat Harmsen ten onrechte over een havenstaking spreekt. Er werd gestaakt bij de volgende bedrijven: P. de Lange, Van Doesburg, Dekker, Wed. S. Kamphuys, P. Schipper, Van Wessem, H. Simons (vanaf 3 april), Kluiver, R.Aten, Middelhoven, H. v.d. Stadt, H. Endt, A. de Lange (in Westzaan vanaf 4 aapril) en Vis in Zaandijk vanaf de 6e. De patroons rekenden op de uitbreiding door besmetverklaring en het kwam hen wel goed uit gezien de heersende malaise en ze stuurden zo aan op een uitputtingsslag. De sympathie in Zaandam, waar de sociaaldemocraten sinds kort een eigen burgemeester hadden (Ter Laan) was echter groot -er werd op 5 april bijvoorbeeld door drieduizend mensen ten gunste van de stakers gedemonstreerd- en het zelfvertrouwen van bonden en arbeiders groot. De conjunctuur bleek echter sterker dan dat optimisme en zelfs de bescheiden hulp van de burgemeester, die 44 Duitse onderkruipers weer naar huis stuurde kon de stakers niet aan een overwinning helpen. Toen de eerste wereldoorlog uitbrak werd dat door de bonden daarom snel aangegrepen om de staking op te heffen, wat voor de patroons overigens geen enkele reden was om niet rancuneus op te treden, zoals het CBS dus meldde.

Strike, wage raise - 1914

In de jaren 1903-1914 waren er volgens Verkade verscheidene stakingen, die "evenwel alle van geringe omvang waren en slechts een of maar enkele bedrijven betroffen." Deze staking was echter massaal. Al gedurende enige tijd waren er onderhandelingen gaande over een nieuw CAO. Zo dienden NVV en Federatie (DEV) op 6 maart nog een ontwerp-CAO in,waarin naast loon en arbeidsduur 3 vakantiedagen en 100 procent ziektegeld werden voorgesteld. Ze kregen echter geen gehoor en daarom brak op 1 april de staking uit bij één bedrijf met 43 arbeiders( P. de Lange). Omdat de andere patroons in de omgeving hun collega wilden bijstaan, maar hun arbeiders medewerking hieraan weigerden breidde de staking zich snel uit. Op 3 april totaal 7 bedrijven, 4 april 14 en 6 april 15 bedrijven met in totaal 575/650 stakers. CNV en RKV steunden nu verder ook. De staking kwam ten einde in verband met de oorlogstoestand op 8 augustus. Het aantal verloren arbeidsdagen heb ik -arbitrair- op 58000 gesteld. Overigens meldde het CBS op een later tijdstip, dat het de stakers waren, die gedurende de slapte als gevolg van de oorlog als eersten eruit vlogen. Het lijkt mij -gezien de duur- dat dit dezelfde staking is, die Harmsen als havenarbeidersstaking vermeldt. Van der Laan wijst er in zijn studie ook op dat Harmsen ten onrechte over een havenstaking spreekt. Er werd gestaakt bij de volgende bedrijven: P. de Lange, Van Doesburg, Dekker, Wed. S. Kamphuys, P. Schipper, Van Wessem, H. Simons (vanaf 3 april), Kluiver, R.Aten, Middelhoven, H. v.d. Stadt, H. Endt, A. de Lange (in Westzaan vanaf 4 aapril) en Vis in Zaandijk vanaf de 6e. De patroons rekenden op de uitbreiding door besmetverklaring en het kwam hen wel goed uit gezien de heersende malaise en ze stuurden zo aan op een uitputtingsslag. De sympathie in Zaandam, waar de sociaaldemocraten sinds kort een eigen burgemeester hadden (Ter Laan) was echter groot -er werd op 5 april bijvoorbeeld door drieduizend mensen ten gunste van de stakers gedemonstreerd- en het zelfvertrouwen van bonden en arbeiders groot. De conjunctuur bleek echter sterker dan dat optimisme en zelfs de bescheiden hulp van de burgemeester, die 44 Duitse onderkruipers weer naar huis stuurde kon de stakers niet aan een overwinning helpen. Toen de eerste wereldoorlog uitbrak werd dat door de bonden daarom snel aangegrepen om de staking op te heffen, wat voor de patroons overigens geen enkele reden was om niet rancuneus op te treden, zoals het CBS dus meldde.