Volgens de ANMB in zijn jaarverslag deden aanvankelijk slechts 39 arbeiders mee aan deze door de OBWM geproclameerde staking, maar wisten dezen het aantal door "terreur" op te voeren. Men leze het volgende proza: "Men oordeelt echter in buurten als de Jordaan, waar een aantal van de werkende arbeiders woonde, gewoonlijk zeer snel en als er maar van onderkruipers gesproken wordt, is er oploop en wordt er op los geslagen. Tegen het brutale vuistterrorisme zijn onze menschen niet opgewassen en zoo kwam het, dat deze staking nog tot einde Augustus kon duren.". Overigens is de verslaggeving van de CMB niet anders. De verhuizing van het bedrijf tijdens de staking met onderkruipers leidde tot een ware veldslag. Evenals in 1922 verhuisde de directie de productie tijdens de staking naar buiten Amsterdam. Toen naar Weesp, nu naar Vreeland. Ook nu was de verhuizing zo goed georganiseerd dat de posters geruime tijd voor een lege fabriek stonden.