CBSM: de staking tegen loonsverlaging leidde tot een uitsluiting van 22000 arbeiders bij 39 bedrijven. Op 5 mei was de uitsluiting afgelopen, maar Eendracht en Federatie staakten door tot 23 juni 1924. Er waren eerst 10, later 6 duizend stakers. CBS: bij staking en uitsluiting tezamen gingen 3.134.850 arbeidsdagen verloren. Het eind werd gesteld op 30 juni. De staking handelde ook nog om het recht van de patroons om overuren te eisen. De bij Kremersmaten begonnen staking omvatte 244 stakers. Ik heb het aantal stakers op 10.000 gesteld (het hoogste aantal) en het aantal verloren dagen op 400.000. Hierbij moet natuurlijk aangetekend worden, dat een deel van de uitgeslotenen zich ook als staker zou hebben laten registreren. Het overheersende karakter van deze strijd is echter een uitsluiting. Toen de confessionele bonden akkoord gingen met een aantal verslechteringen, zoals een loonsverlaging van 7,5% besloten de patroons tot opheffing van de uitsluiting per 5 mei. Daarna bleef een groot deel van de arbeiders echter doorstaken, wat in het jaarverslag van De Eendracht aanleiding was tot de volgende bemerking: "Den 5den Mei behoort dan ook met gulden letters te worden aangeteekend in de geschiedenis van de Ned. Arbeidersbeweging" (p.17),maar de staking verliep en op 23 juni was de strijd ten einde. In MSZ789 komt een overzicht voor van de verdeling van de arbeiders over de diverse vakbonden: Eendracht Lambert. Unitas diverse ongeorg. Totaal Kremers 50 19 11 10 150 240 Enschede 1200 420 450 1000 7000 10070 Twente 2800 2100 1500 1500 13000 20900 Er was in heel Twente blijkbaar een organisatiegraad van 37,8%.