Op 5 maart brak in Steenderen een wilde staking uit tegen de vijf dagen eerder afgekondigde loonsverlaging van 45 arbeiders. Na twee weken leidde deze actie tot een uitsluiting bij 13 bedrijven van 1000-1100 arbeiders, waarop 200 extra arbeiders in staking gingen, onder andere bij de Koebongerd. De strijd bleef escaleren, want op 9 april breidde de uitsluiting uit met 10-13 bedrijven en 250 uitgeslotenen, waarop 600 extra arbeiders staakten. Weer drie weken later breidden beide acties zich uit: uitsluiting: 11 bedrijven, 350 arbeiders, staking: 11 650. Inmiddels waren in drie bedrijven te Wageningen (De Koebongerd), een te IJzendoorn en een te Maurik 330 stakers extra in actie gekomen en op 23 april nog eens 500. Het totaal in staking gegane arbeiders bedroeg 2425 en de staking eindigde op 30 april met een schikking, inhoudende dat arbitrage gevraagd zou worden. Overigens waren eerst in februari een tiental fabrieken een overeenkomst aangegaan tot verplichte uitsluiting in geval van staking bij een hunner. Ik heb de stellige indruk dat in de CBS-statistiek voor ieder in deze staking betrokken bedrijf een aparte staking is genoteerd.