Vanaf februari had het bestuur van de Nederlandsche Vereeniging van Spoor- en Tramwegpersoneel om verbetering van de arbeidsvoorwaarden verzocht, maar de directie weigerde met de bond te onderhandelen. Daarom proclameerde de NV in de nacht van 10 op 11 november de staking voor machinisten en stokers in Rotterdam, de Hoeksche Waard, Voorne en Putten. 100 Van de 550 arbeiders legden het werk neer. Een week na het uitbreken van de staking ging ook het machinepersoneel op de Zeeuwse eilanden en het personeel van de Centrale Werkplaats in staking. Per 1 december werden alle stakers ontslagen. Rond 10 december sloot ook het personeel van de veerboten Numansdorp-Zijpe en Zijpe-Hellevoetsluit zich bij de staking aan. De staking werd echter verloren! Volgens C.M. Koster, Uit de geschiedenis van de Rotterdamse Stoomtram, deel 1, Schoorl 1984 werd er zelfs zo sabotage gepleegd dat er trams ontspoorden!