Op 12 augustus stelden de vakbonden aan een 120-tal patroons eisen ten aanzien van loon en werktijden. Aangezien de patroons hier niet op in leken te gaan werd met staking gedreigd, waarop 19 ondernemingen -waaronder twee van de grootste- door de bocht gingen. Daarop brak op 22 september de staking uit door 1500 arbeiders. Dezelfde dag werd de staking bij tien ondernemingen weer opgeheven en in de volgende dagen bij nog eens 17 firma's. Op 26 september werd nog door 600 man gestaakt bij 5 bedrijven en eind september nog bij 1 onderneming. Hier duurde de staking tot 3 november. De staking vond plaats in: Alphen a/d Rijn, Amsterdam, Dordrecht, Gouda (100 man bij o.a. De Ijssel en De Volharding), Den Haag, Groningen (Flevodienst en de Groningsch-Rotterdamsche Stoombootmaatschappij), Haarlem (700 man bij W. Bus, Planje en Blansert, Kaarseladeveer), Leerdam, Leeuwarden (60 man bij de Holland-Friesland Lijn, De Hunze en Flevo), Leiden (Omzigt, Tetenburg, Van der Meer, Los, Van der Ham en de Amsterdamsche Pakschuitdienst), Lemmer, Rotterdam (20 bedrijven, waaronder Varenkamp, Boelhouwerd, Kruiswijk en Balhuizen, Van den Broecke en Van Swieten), Schiedam, Sneek, Utrecht (100 man bij Vogelpoel en Noorweegen, Schietschuitveer, Tetenburg en De Ijssel) en Zutphen.