Strike, wage raise - 1917

Over deze grote staking meldt het CBS het volgende. De door de Nederlandsche Mijnwerkersbond gesteld eisen waren: 1. een gemiddeld loon van minstens 120% van het per categorie vastgesteld minimum, 2. een 8-urige werkdag, 3. vermindering van boeten, 4. invoering van een scheidsgerecht, en 5. een uniforme regeling van de verlofdagen, zoals die bij de Staatsmijnen. Na gesprekken kwam men tot overeenstemming, behalve ten aanzien van de minimumlonen en de 8-urendag. Toen de staking uitbrak, deden de volgende aantallen arbeiders mee: 21 juni 6102 (+ 963 geïnterneerden), 22 juni 7837, 24 juni 7836, 25- 7480, 26- 5960, 27- 5409, 28-4988, 29- 4581 en 30- 4400. Het aantal meestakende geïnterneerde Belgen liep op tot 1100 en zij werden op staande voet ontslagen en naar Holland gedeporteerd. Onder de stakers waren 2300 leden van de NMB en 1000 leden van de Bond van Christelijke Mijnwerkers in Nederland, die als bond niet aan de staking meedeed. De staking had te lijden van zware druk "van de geestelijkheid. De hele pers keerde zich tegen hen. Geen drukker waagde het een manifest te verzorgen. Een vergaderlokaal was niet te krijgen" en ging verloren. "Nog op zaterdag was de staking vrijwel algemeen. Toen echter des Zondags vanaf de kansel werd bevolen om op Maandag het werk te hervatten en op Maandagmorgen verschillende geestelijke herders groepen mijnwerkers om zich verzamelden om ze naar de mijn te brengen was het duidelijk dat de staking niet vol te houden was." (Har80, p.79) Overigens meldt Jurriens, dat het NVV tegen de staking was hoewel de Mijnwerkersbond wel voor was! (p.287). Op 26 juni 1982 schreef Chris Giebels een paginagroot herdenkingsartikel in De Volkskrant.

Strike, wage raise - 1917

Over deze grote staking meldt het CBS het volgende. De door de Nederlandsche Mijnwerkersbond gesteld eisen waren: 1. een gemiddeld loon van minstens 120% van het per categorie vastgesteld minimum, 2. een 8-urige werkdag, 3. vermindering van boeten, 4. invoering van een scheidsgerecht, en 5. een uniforme regeling van de verlofdagen, zoals die bij de Staatsmijnen. Na gesprekken kwam men tot overeenstemming, behalve ten aanzien van de minimumlonen en de 8-urendag. Toen de staking uitbrak, deden de volgende aantallen arbeiders mee: 21 juni 6102 (+ 963 geïnterneerden), 22 juni 7837, 24 juni 7836, 25- 7480, 26- 5960, 27- 5409, 28-4988, 29- 4581 en 30- 4400. Het aantal meestakende geïnterneerde Belgen liep op tot 1100 en zij werden op staande voet ontslagen en naar Holland gedeporteerd. Onder de stakers waren 2300 leden van de NMB en 1000 leden van de Bond van Christelijke Mijnwerkers in Nederland, die als bond niet aan de staking meedeed. De staking had te lijden van zware druk "van de geestelijkheid. De hele pers keerde zich tegen hen. Geen drukker waagde het een manifest te verzorgen. Een vergaderlokaal was niet te krijgen" en ging verloren. "Nog op zaterdag was de staking vrijwel algemeen. Toen echter des Zondags vanaf de kansel werd bevolen om op Maandag het werk te hervatten en op Maandagmorgen verschillende geestelijke herders groepen mijnwerkers om zich verzamelden om ze naar de mijn te brengen was het duidelijk dat de staking niet vol te houden was." (Har80, p.79) Overigens meldt Jurriens, dat het NVV tegen de staking was hoewel de Mijnwerkersbond wel voor was! (p.287). Op 26 juni 1982 schreef Chris Giebels een paginagroot herdenkingsartikel in De Volkskrant.