Toen de patroons weigerden een nieuw contract te tekenen werd door de arbeiders besloten tot partiële stakingen. Het begon met een staking bij 1 bedrijf met 25 arbeiders, maar door de weigerachtige houding van de patroons en het dreigen met uitsluiting werd de staking steeds verder uitgebreid (17 maart: 5 bedrijven met 145 arbeiders, 7 april: 12-321, 14 april: 13-341 en 28 april: algemene staking bij 43 bedrijven met 800 arbeiders, slechts bij 6 patroons werd doorgewerkt omdat zij aan de eisen tegemoet kwamen.). Volgens het Rotterdamsch Jaarboekje waren er op 14 april reeds 420 stakers en werd op 6 mei een detachement huzaren opgeroepen om de politie bij te staan. Toen begin januari onderkruipers in dienst kwamen, namen de meesten ook al weer snel ontslag.