Aan de staking gingen veel vergeefse verzoeken om loonsverhoging vooraf en gedurende de staking werden veel bemiddelingspogingen ondernomen. Door een toename van het aantal werkwilligen verliep de staking op 29 april 1907. De staking begon onder 750 arbeiders, maar omdat bijna niemand meer werkte werd de fabriek na een dag gesloten. Van de stakers waren 600 arbeiders lid van Unitas en 40 van de Eendracht. De staking werd voorafgegaan door een stemming onder de arbeiders op 16 november en toen stemden 454 volwassenen voor, 80 tegen een staking en 13 blanco. Zoals te doen gebruikelijk werd de staking omgeven door relletjes in verband met het naar huis brengen van onderkruipers en trad de marechaussee op. Het bedrijf heette blijkbaar Ter Horst & CO, maar was eigendom van Van Heek uit Enschede.