Strike, wage raise - 1810

J.M.P. van Oorschot, Eindhoven. Een samenleving in verandering, dl. 1, 1810-1920, Eindhoven 1982, p. 108-9 Er waren in 1809 24 hoedenmakerijen met ruim 400 arbeiders. "Door de invloed van de vakvereniging van Zuidnederlandse hoedenmakers heerst er gedurende een groot deel van de periode arbeidsonrust. Begin 1810 breekt er onder de hoedenmakers een staking uit die de hoedenindustrie grotendeels lamlegt. De lange duur van de staking stelt de concurrentie in staat eend eel van haar oude afzetgebieden te heroveren. De inlijving bij Frankrijk vergemakkelijkt dit. Hierdoor immers verliest de Eindhovense hoedennijverheid haar bescherming tegend e Franse concurrentie. Hoe hard een en ander aankomt blijkt wel uit het feit, dat de hoedenmakerijen van Eindhoven eind 1810 nog maar 187 hoedenmakers in dienst hebben…" (p. 109) "De ziekenbus, die nauwe banden onderhoudt met Zuidnederlandse zusterorganisaties, heeft dan ongeveer 8 jaar in de stadvan zich doen spreken door haar acties voor hoger loon en het garanderen van de werkgelegenheid voor haar leden. In navolgin van de Zuidnederlandse bussen heeft zij het laatste doel trachten te bereiken door uitsluiting te eisen van de ongeorganiseerde werknemers. Door de teruggang van het economische klimaat en de daarmee samenhangende werkloosheid, zal het na het voorjaar 1810 voorlopig rustig blijven aan het arbeidsfront." (p. 225)

Strike, wage raise - 1810

J.M.P. van Oorschot, Eindhoven. Een samenleving in verandering, dl. 1, 1810-1920, Eindhoven 1982, p. 108-9 Er waren in 1809 24 hoedenmakerijen met ruim 400 arbeiders. "Door de invloed van de vakvereniging van Zuidnederlandse hoedenmakers heerst er gedurende een groot deel van de periode arbeidsonrust. Begin 1810 breekt er onder de hoedenmakers een staking uit die de hoedenindustrie grotendeels lamlegt. De lange duur van de staking stelt de concurrentie in staat eend eel van haar oude afzetgebieden te heroveren. De inlijving bij Frankrijk vergemakkelijkt dit. Hierdoor immers verliest de Eindhovense hoedennijverheid haar bescherming tegend e Franse concurrentie. Hoe hard een en ander aankomt blijkt wel uit het feit, dat de hoedenmakerijen van Eindhoven eind 1810 nog maar 187 hoedenmakers in dienst hebben…" (p. 109) "De ziekenbus, die nauwe banden onderhoudt met Zuidnederlandse zusterorganisaties, heeft dan ongeveer 8 jaar in de stadvan zich doen spreken door haar acties voor hoger loon en het garanderen van de werkgelegenheid voor haar leden. In navolgin van de Zuidnederlandse bussen heeft zij het laatste doel trachten te bereiken door uitsluiting te eisen van de ongeorganiseerde werknemers. Door de teruggang van het economische klimaat en de daarmee samenhangende werkloosheid, zal het na het voorjaar 1810 voorlopig rustig blijven aan het arbeidsfront." (p. 225)