Door de liberalisering van de postmarkt kwamen er steeds meer nieuwe bedrijven. De directie van TNT, de vroegere PTT, wilde duizenden banen weg of de lonen bevriezen. Hiertegen kwamen bonden en personeel in het geweer. In oktober nog met een petitie, maar op 26 maart met een werkonderbreking in de vorm van werkoverleg op de diverse postkantoren en een kleine demonstratie in Utrecht. Op 8 april werden de onderhandelingen afgebroken en stelden de bonden een ultimatum omdat de directie per 1 januari een loonsverlaging van 2,5% wilde. Op 11 april verschenen honderden demonstranten bij de aandeelhoudersvergadering op Schiphol waarna op 16 april tweeduizend man besloot te gaan staken. Dat gebeurde vanaf 23 april in Den Haag (plm. 400), 25 april in Amsterdam (1800) en op 29 april in Rotterdam. Daarna volgden de andere steden (zoals Eindhoven 250, Den Bosch 400) tot er op 23 mei een akkoord volgde, waarop de aangekondigde landelijke staking werd afgelast.