Strike, wage raise - 2003

Tegen het bezuinigingsbeleid van de overheid voerden de mensen actie onder het motto 'Het kan socialer, het kan beter'. De FNV begon de acties op 1 oktober met poortacties in Groningen. Utrecht volgde op 6 oktober met een staking van het openbaar vervoer. Twee dagen later volgde Rotterdam met ongeveer 200 mensen. Op 9 oktober staakte het Amsterdamse gemeentepersoneel drie uur (2000), een dag later volgden de buschauffeurs van het GVB van 06.00 tot half negen. Een oproep van Bondgenoten aan vrachtwagenchauffeurs om slechts 30 km per uur te rijden, had niet veel effect. Zaterdag 11 oktober was het de beurt aan de chauffeurs van Syntus in Doetinchem, Novio in Nijmegen (60 stakers) en Connexxion in Zwolle, met de gedachte zoals door een van de stakers verwoord dat 'het niet aangaat om alleen de collega's uit het westen de kolen uit het vuur te laten halen.' Ook in Zeeland, Limburg en Brabant werd het werk door de chauffeurs onderbroken; in de zuidelijke provincies in 29 van de 30 busremises. Op 14 oktober zou de NS staken tijdens het najaarsoverleg, maar NS was de actie feitelijk voor door geen treinen rond Den Haag te laten rijden. Op 15 oktober werd een sociaal akkoord bereikt, maar veel vakbondskaderleden wezen dit af omdat de bonden een nullijn voor de lonen afspraken en de ziekengeldregeling verslechterde. Deze nullijn as wisselgeld voor verzachting van de ingrepen in vervroegd pensioen, WW en WAO. De vakcentrale FNV nam nu een unieke stap en legden het resultaat aan alle leden voor in een enquete. De uitslag hiervan werd op 3 november bekend gemaakt. Van alle leden bracht 17,9 % een stem uit en daarvan stemde 56,4 % voor, 41,7 % wees het akkoord af en 2% had geen mening. Alleen bij FNV Bouw en de Kappersbond was een meerderheid tegen het akkoord. Bij Bouw was het verschil minimaal 49,01 tegenover 48,83 % maar bij de kappers stemde 78% tegen het akkoord. Op 7 november schaarde het CNV zicht achter de uitkomst van het najaarsakkoord.

Strike, wage raise - 2003

Tegen het bezuinigingsbeleid van de overheid voerden de mensen actie onder het motto 'Het kan socialer, het kan beter'. De FNV begon de acties op 1 oktober met poortacties in Groningen. Utrecht volgde op 6 oktober met een staking van het openbaar vervoer. Twee dagen later volgde Rotterdam met ongeveer 200 mensen. Op 9 oktober staakte het Amsterdamse gemeentepersoneel drie uur (2000), een dag later volgden de buschauffeurs van het GVB van 06.00 tot half negen. Een oproep van Bondgenoten aan vrachtwagenchauffeurs om slechts 30 km per uur te rijden, had niet veel effect. Zaterdag 11 oktober was het de beurt aan de chauffeurs van Syntus in Doetinchem, Novio in Nijmegen (60 stakers) en Connexxion in Zwolle, met de gedachte zoals door een van de stakers verwoord dat 'het niet aangaat om alleen de collega's uit het westen de kolen uit het vuur te laten halen.' Ook in Zeeland, Limburg en Brabant werd het werk door de chauffeurs onderbroken; in de zuidelijke provincies in 29 van de 30 busremises. Op 14 oktober zou de NS staken tijdens het najaarsoverleg, maar NS was de actie feitelijk voor door geen treinen rond Den Haag te laten rijden. Op 15 oktober werd een sociaal akkoord bereikt, maar veel vakbondskaderleden wezen dit af omdat de bonden een nullijn voor de lonen afspraken en de ziekengeldregeling verslechterde. Deze nullijn as wisselgeld voor verzachting van de ingrepen in vervroegd pensioen, WW en WAO. De vakcentrale FNV nam nu een unieke stap en legden het resultaat aan alle leden voor in een enquete. De uitslag hiervan werd op 3 november bekend gemaakt. Van alle leden bracht 17,9 % een stem uit en daarvan stemde 56,4 % voor, 41,7 % wees het akkoord af en 2% had geen mening. Alleen bij FNV Bouw en de Kappersbond was een meerderheid tegen het akkoord. Bij Bouw was het verschil minimaal 49,01 tegenover 48,83 % maar bij de kappers stemde 78% tegen het akkoord. Op 7 november schaarde het CNV zicht achter de uitkomst van het najaarsakkoord.