Een staking voor een 2-jarige CAO, 2% loonsverhoging, prijscompensatie, twee maal een eenmalige uitkering en behoud van de reisurenvergoeding in de CAO. De eerste dag waren er 350 stakers, maar daarna ging het snel. Op 20 maart waren het er al duizend, hoewel volgens de ondernemersorganisatie AVBB slechts 450 mensen het werk zouden hebben neergelegd.... Tijdens een manifestatie op 28 maart in Utrecht kwamen duizenden stakers naar de Jaarbeurs. Op 9 april werd de 10.000 stakers grens bereikt en op 10 april meer dan 50.000 dagen. Op 11 april waren er 6 manifestaties (Amsterdam-900, Roosendaal-1500, Heerenveen-1500, Veldhoven-3500, Schiedam-1600 en Amsterdam-900). Volgens een woordvoeder van de aannemers was de stakingsbereidheid niet groot: "Het gaat over het algemeen om korte stakingen en de bonden moeten veel druk uitoefenen op de bouwvakkers om het werk neer te leggen" (ANP 8 april). Op 9 april kwamen zo'n 250 stakende steigerbouwers bijeen in Bunnik; ook werd er gestaakt bij de aanleg van de HSL. Op 12 april sloten aannemers uit Leeuwarden (Bokma, Westerbaan) een akkoord met de bonden en de arbeiders kregen daar hun 4%. Op 16 april trokken vijftig stakers met shovels op naar het hoofdkantoor van de werkgeversclub AVBB in Den Haag. Op 17 april telden de bonden 11.099 stakers. Een dag later ging een stoet van tien bussen en 300 auto's van Veldhoven naar Rosmalen als demonstratie. Ook waren er die dag weer zes terugkomdagen. Op 23 april veroorzaakten honderd stakers die van de bijeenkomst in Schiedam kwamen, een file op de rijksweg tussen Schidam en Rotterdam. Op 28 april blokkeerden stakers de poorten van dertig van de vijftig asfaltcentrales in het land. Op 3 mei ging iedereen wer aan het werk nadat een dag eerder het principe-akkoord op terugkomdagen was besproken.