De handpersdrukkers staakten en omdat het bedrijf hierdoor stil zou komen te liggen sloot de directie het verdere personeel uit. Dit waren bankwerkers, blikslagers, hand- en snelpersdrukkers, inpakkers, lithografen, schilders, lakkers en stampers. Na twee dagen vroegen elf arbeiders weer aan het werk te mogen. Dit werd toegestaan, mits de arbeiders een stuk zouden ondertekenen waarin zij verklaarden "te willen medewerken tot het bestendigen van de duurzame vrede in de fabriek, de arbeidswilligen te zullen beschermen en in alle opzichten het werken mogelijk te maken." (CBS, p. 63). Van de uitgeslotenen weigerden 63 arbeiders dit stuk te ondertekenen en sloten zich bij de stakers aan; de rest op 4 na ging weer aan het werk.