Volgens Sponstak waren er 400 stakers en duurde de staking tot in mei. In de rapporten van de gouverneur is slechts sprake van de ongeregeldheden in mei, maar daarbij waren wel 1200 poldergasten betrokken. Eerst wilden ze loonsverhoging, maar toen ze weer aan het werk gingen (onder druk van de militaire macht en na arrestatie van drie man en wegzending van een veertigtal) bedacht de aannemer dat hij nu de lonen wel kon verlagen. De gouverneur schreef naar aanleiding hiervan: "In allen gevalle behoort de militaire arm niet te strekken, om den aannemer in de gelegenheid te stellen om het loon beneden hetgeen billijk is, te verlagen." (Rue50, 99)