Een landelijk protest tegen pogingen van de regering om de loonwet zo te veranderen, dat de regering voor langere duur een loonmaatregel kan instellen. Deze stakingsgolf is duidelijk door de leiding geinitieerd; er was geen onrust aan de basis. De leiding was er zoveel aan gelegen omdat de loonwet de bewegingsvrijheid van de vakbeweging inperkte. Het CBS komt hier met opvallend lagere cijfers dan ondernemers en bonden. VNO en NCW meldden bijvoorbeeld 70.000 stakers(AWV80, p.18), terwijl het CBS niet verder kwam dan 5.958 stakers met 5.808 verloren dagen in 17 bedrijven, waarvan 9 bedrijven in Vlissingen en 3 in Nijmegen. De FNV noemde 100.000 stakers, maar ook wel een half miljoen. Het CBS meldde: Nijmegen bouw 160 stakers 160 verloren dagen transformatorfabriek 204 26 apparatenfabriek 136 136 Amsterdam uitgeverij 200 200 GVB 600 600 Schiedam scheepsbouw 2800 2800 Goes apparatenfabriek 60 60 Vlissingen chemie 25 25 schilders 25 25 haven 230 230 chemie 49 49 bouw 22 22 isolatie 24 24 scheepsbouw 1250 1250 metaal 3 31 (?) elektrotechniek 130 130 Middelburg ijzergieterij 40 40 Het Leidsch Dagblad meldde dat de staking nog een dag doorging bij de RDM in Rotterdam en bij Gems (50) in Vorden. Bovendien verschenen verschillende kranten (AD, NRC, Parool, Trouw en Volkskrant) niet door de staking en werden bijvoorbeeld in Heerlen bij het HD de journalisten door aktievoerders een nacht lang gegijzeld. Van de Dienstenbonden melden 591 stakers zich, w.o. 100 van de ABN in Amsterdam, 100 van het Computercentrum in Amstelveen en 165 van het Centraal Kantoor Effecten in Breda. Ik neem in dit geval maar een gemiddelde tussen wat de werkgevers en wat de bonden melden. Na deze aktiedag werd een serie estafettestakingen georganiseerd, die uitmondden in de staking van 20 maart. Eigenlijk zou deze hele beweging als een konflikt moeten worden gezien ook tesamen met de voorgaande akties. Ook vermeldenswaard is dat ongeveer 100.000 mensen in het hele land demonstreerden tegen de loonmaatregel, alleen in Amsterdam en Rotterdam al 60.000. De FNV gaf de volgende verdeling over sectoren: grafisch 7.000 stakers en 15.000 kortere acties voeding 15.000 stakers en 5.000 andere bouw 15.000 stakers en 50.000 andere vervoer 20.000 stakers en 5.000 andere overheid 65.000 actievoerders