Deze staking richt zich tegen het regeringsplan om een loonmaatregel af te kondigen, waardoor de lonen bevroren zullen worden. Bij deze vervolgstaking op die van 4 maart doet zich in de statistiek hetzelfde verschijnsel voor. Terwijl het Verbond van Nederlandse Ondernemingen alleen al voor de industrie een aantal van 30.000 stakers noemt en de FNV een landelijk totaal voor alle bedrijfstakken van 150.000, komt het CBS niet verder dan 3.132 stakers en een evengroot aantal verloren arbeidsdagen in 8 bedrijven. De CBS-Koot cijfers zijn als volgt opgebouwd: Nijmegen 31,vervoer 250 stakers 11 72 11,transformator 45 Amsterdam 31,vervoer GVB 600 Schiedam 13,scheepsbouw 1400 Eersel 17,sigaren 340 Valkensw. id. 225 Oss 11,blik 200 Reinalda vermeldt een aantal stakingen onder leiding van de Dienstenbonden en komt tot een officieel vakbondscijfer in die sector van 1218 stakers. In Zaandam en Tilburg bij de Ahold-magazijnen een staking van resp. 2 en drie dagen, het Centraal Boekhuis in Culemborg, 100 personeelsleden van boekhandels en uitgeverijen in Amsterdam, het personeel van de Amsterdamse bioscopen. Har80,198 noemt 190 bedrijven waar gestaakt werd, waarvan in 123 gevallen sprake was van bedrijfsledengroepen van de bonden. Bij Hoogovens werd gestaakt en ook de RET in Rotterdam lag plat. Ook mag niet worden vergeten dat enkele duizenden NS-ers het werk neerlegden, hoewel de staking niet algemeen was zoals door de Vervoersbond-FNV gehoopt. Te vermelden valt verder nog dat er een demonstratie op de dam in Amsterdam plaatsvond van naar schatting 60-70.000 mensen (AWV80, p.17), of 100.000 ? (Ind80, p.44). Een dag na de staking werd de loonmaatregel in het parlement bekrachtigd en werden de acties beëindigd, ondanks de toezegging vooraf van de FNV dat dit niet zou gebeuren.