Een vechtpartij op kerstavond leidde tot onrust, waarop de autoriteiten staking vreesden. Vijftig soldaten werden uit Arnhem gestuurd en dezen voorkwamen erger. Het verslag van Geelhoed wijst meer op een dreigende staking dan een werkelijk uitgebrokene. Over eisen schrijft hij niets. Er waren in Ede wel duizend polderjongens, die geen geld ontvingen omdat er door het slechte weer niet gewerkt kon worden. In februari kon iedereen weer aan het werk en keerde de rust weer.