De stakers eisten een aantal voorzieningen, die voorheen werden betaald maar door het CvR waren verboden. Het ging hier om de premie van 5 gulden en kledinggeld. Na een stemming met 136 voor en 18 tegen staking brak de strijd uit, waarbij de stakers van 31 maart in de meeste gevallen (VK;CBS) meegeteld werden en de 2 stakingen dus feitelijk als een geteld worden. De staking was aanleiding tot grote wrevel tussen het ministerie en KLM-direkteur Plesman, die de 5 gulden premie had ingesteld. In een brief van Minister Vos aan Plesman van 21 april schreef hij: "de gevolgen van de door U gevoerde slechte, en tegenover regering en land onbehoorlijke, politiek komen geheel voor Uw rekening." en in de bijbehorende brief aan de Raad van Bestuur van de KLM sprak Vos over de "volslagen ontoelaatbare handelwijze van de directie der K.L.M." Op 24 mei gingen 24 leden van de erkende bonden weer aan het werk en op 23 juni werd het einde bereikt.