Strike, general politics - 1941

Een staking tegen de steeds slechter wordende behandeling die de Joodse Nederlanders ten deel viel onder de Duitse bezetting. Nadat leden van de illegale CPN de gemeente-arbeiders hadden opgeroepen om het werk neer te leggen en dit ook -zij het aarzelend- gebeurde verspreidde de staking zich als een olievlek over de stad. Ook de CPN was hier duidelijk niet op voorbereid en -zoals uit de studie van B. Sijes blijkt- na de eerste aanzet, die inderdaad door CPN-ers was gegeven onttrok de beweging zich aan iedere kontrole. Opvallend in deze is ook dat de gemeente-arbeiders als eersten het werk hervatten toen de staking in de partikuliere bedrijven pas echt op gang kwam. Buiten Amsterdam werd gestaakt in Weesp (1050 stakers), Hilversum (2500), Zaandam (4.000), Jisp (10), Haarlem (1800), Velsen (3.500, waarvan 2200 bij Hoogovens volgesn De Vries, p. 511)), Muiden (190), Huizen (150), Zuilen ( 3.100) en Utrecht (6-700). Op de derde dag, toen elders de staking reeds ten einde was legden bij drie bedrijven in Jutphaas 800 mensen het werk neer. In Amsterdam werd volgens de gegevens van Sijes door ongeveer 25.000 arbeiders gestaakt wat ik heb verhoogd tot een kleine 35.000. Het zwaartepunt lag in de metaalbedrijven (8.500) en bij de gemeente (4.330 stakers), maar enkele andere grote bedrijven mogen hier niet onvermeld blijven. Zo legden het voltallige personeel van De Bijenkorf (1.300) en Gerzon (900) de arbeid neer, terwijl ook bij konfektiebedrijf Hollandia (800), de Wester Suiker Maatschappij (700), de Bataafsche Petroleum Maatschappij (1.000) en de BATCO (600) plat gingen. De Duitsers waren eerst verrast door de massaliteit van de beweging, maar kwamen al snel tot hun positieven en met grof geweld waardoor negen doden vielen werd de staking neergeslagen. Later werden nog eens 18 mensen geëxecuteerd.

Strike, general politics - 1941

Een staking tegen de steeds slechter wordende behandeling die de Joodse Nederlanders ten deel viel onder de Duitse bezetting. Nadat leden van de illegale CPN de gemeente-arbeiders hadden opgeroepen om het werk neer te leggen en dit ook -zij het aarzelend- gebeurde verspreidde de staking zich als een olievlek over de stad. Ook de CPN was hier duidelijk niet op voorbereid en -zoals uit de studie van B. Sijes blijkt- na de eerste aanzet, die inderdaad door CPN-ers was gegeven onttrok de beweging zich aan iedere kontrole. Opvallend in deze is ook dat de gemeente-arbeiders als eersten het werk hervatten toen de staking in de partikuliere bedrijven pas echt op gang kwam. Buiten Amsterdam werd gestaakt in Weesp (1050 stakers), Hilversum (2500), Zaandam (4.000), Jisp (10), Haarlem (1800), Velsen (3.500, waarvan 2200 bij Hoogovens volgesn De Vries, p. 511)), Muiden (190), Huizen (150), Zuilen ( 3.100) en Utrecht (6-700). Op de derde dag, toen elders de staking reeds ten einde was legden bij drie bedrijven in Jutphaas 800 mensen het werk neer. In Amsterdam werd volgens de gegevens van Sijes door ongeveer 25.000 arbeiders gestaakt wat ik heb verhoogd tot een kleine 35.000. Het zwaartepunt lag in de metaalbedrijven (8.500) en bij de gemeente (4.330 stakers), maar enkele andere grote bedrijven mogen hier niet onvermeld blijven. Zo legden het voltallige personeel van De Bijenkorf (1.300) en Gerzon (900) de arbeid neer, terwijl ook bij konfektiebedrijf Hollandia (800), de Wester Suiker Maatschappij (700), de Bataafsche Petroleum Maatschappij (1.000) en de BATCO (600) plat gingen. De Duitsers waren eerst verrast door de massaliteit van de beweging, maar kwamen al snel tot hun positieven en met grof geweld waardoor negen doden vielen werd de staking neergeslagen. Later werden nog eens 18 mensen geëxecuteerd.