Strike, wage raise - 1979

De bemanningen van sleepboten waren in staking toen de rechter zestien stakers veroordeelde tot een dwangsom van vijfhonderd gulden per dag indien ze niet 'terstond' aan het werk zouden gaan. In het eigenlijke havenbedrijf broeide het al enige tijd. De arbeiders hadden de door bonden en SVZ overeengekomen CAO afgewezen en de veroordeling van de slepers fungeerde als een lont in het kruitvat. Terwijl de zestien veroordeelden zich door hun collega's lieten belemmeren aan het werk te gaan verschenen veel havenarbeiders op een vakbondsraadpleging die eigenlijk alleen voor de avondploeg van Multi Terminals-Waalhaven bestemd was. Districtsbestuurder Ros van de Vervoersbond FNV zag geen kans de mannen in het gareel te houden. Ze formeerden een stoet die langs de havenbedrijven trok en ze 'plat' kreeg. Tegelijkertijd werd ook op de rechter Maasoever het werk neergelegd. De volgende dag verschenen er pamfletten in de haven van diverse organisaties, waaronder het al langer bestaande Actiecomité Rotterdamse Havenarbeiders. Er werd een oproep gedaan om naar het Afrikaanderplein te komen en duizenden gaven gehoor aan die oproep. In de weken die volgden zouden ze daar nog vaak komen. Er heerste "het bekende beeld van een zojuist begonnen actie. Het lijkt af en toe wat chaotisch en ongeorganiseerd, er moet een antwoord komen op pogingen verwarring te zaaien, ter plekke moeten maatregelen worden genomen om posten uit te zetten bij de poorten, er is nog geen actiecentrum, er moet nog van alles geregeld worden." . Vanuit de diverse groeperingen wordt een Gezamenlijk Actiecomité geformeerd dat de eenheid in de staking tracht te bewaren. Woordvoerders worden Flip Schults en Jim Stavinga, beiden controleur bij de SHB en als zodanig in de hele haven bekend. Ik zal hier verder niet ingaan op het verloop van de staking, maar een ander citaat uit het boek van Homma en Hoeksema geeft een goede sfeertekening. "De stakersbijeenkomsten die daarna elke ochtend op het Afrikaanderplein -het 'tehuis' van de stakers- gehouden worden, voltrokken zich volgens een vast ritueel. George Klaassen opent de bijeenkomsten met een 'goeie morgen, jongens' en geeft daarna het woord aan Schults. Voordat dan Stavinga aan de beurt is draagt Schults de vergadering over aan Bertus van der Horst, een arbeider van Pakhoed die bij z'n kollega's zeer getapt is om zijn kwinkslagen. Op het Afrikaanderplein geeft Bertus lik op stuk op berichten in de pers, neemt bepaalde verdraai ingen van de feiten op de korrel en geeft zijn commentaar op de houding van vakbondsbestuur ders." Andere vaste elementen in deze staking waren de voor havenstakingen traditionele tocht door de Maastunnel, een steuncomité dat landelijk geld inzamelde, een comité van vrouwen van havenar beiders, vechtpartijen met de politie en arrestaties. Deze staking voldoet vrijwel geheel aan het ideaal-type van een ‘wilde' staking. De arbeiders legden buiten de bonden om het werk neer, er werd een comité gevormd van stakers waarin diverse opvattingen vertegenwoordigd waren en het comité legde verantwoording af in massale vergaderingen van de stakers. Na de staking (op 22 oktober) namen de Rotterdamse leden van de Vervoersbonden FNV vrijwel unaniem een motie aan, waarin Schroer en Van Eldik beticht werden van "klasseverraad van de bovenste plank". In de Federatieraad werd deze motie op zijn beurt echter weer van tafel geveegd. Wel werd -evenals na de havenstaking van 1970- erkend dat een kloof tussen leiding en leden bestond. CBS geeft 99998 verloren dagen.; Flier 251.503. Hierbij moet wel opgemerkt worden dat Flier de stakingen in Amsterdam bij die in Rotterdam telt. In Amsterdam gingen volgens het CBS 4503 dagen verloren.

Strike, wage raise - 1979

De bemanningen van sleepboten waren in staking toen de rechter zestien stakers veroordeelde tot een dwangsom van vijfhonderd gulden per dag indien ze niet 'terstond' aan het werk zouden gaan. In het eigenlijke havenbedrijf broeide het al enige tijd. De arbeiders hadden de door bonden en SVZ overeengekomen CAO afgewezen en de veroordeling van de slepers fungeerde als een lont in het kruitvat. Terwijl de zestien veroordeelden zich door hun collega's lieten belemmeren aan het werk te gaan verschenen veel havenarbeiders op een vakbondsraadpleging die eigenlijk alleen voor de avondploeg van Multi Terminals-Waalhaven bestemd was. Districtsbestuurder Ros van de Vervoersbond FNV zag geen kans de mannen in het gareel te houden. Ze formeerden een stoet die langs de havenbedrijven trok en ze 'plat' kreeg. Tegelijkertijd werd ook op de rechter Maasoever het werk neergelegd. De volgende dag verschenen er pamfletten in de haven van diverse organisaties, waaronder het al langer bestaande Actiecomité Rotterdamse Havenarbeiders. Er werd een oproep gedaan om naar het Afrikaanderplein te komen en duizenden gaven gehoor aan die oproep. In de weken die volgden zouden ze daar nog vaak komen. Er heerste "het bekende beeld van een zojuist begonnen actie. Het lijkt af en toe wat chaotisch en ongeorganiseerd, er moet een antwoord komen op pogingen verwarring te zaaien, ter plekke moeten maatregelen worden genomen om posten uit te zetten bij de poorten, er is nog geen actiecentrum, er moet nog van alles geregeld worden." . Vanuit de diverse groeperingen wordt een Gezamenlijk Actiecomité geformeerd dat de eenheid in de staking tracht te bewaren. Woordvoerders worden Flip Schults en Jim Stavinga, beiden controleur bij de SHB en als zodanig in de hele haven bekend. Ik zal hier verder niet ingaan op het verloop van de staking, maar een ander citaat uit het boek van Homma en Hoeksema geeft een goede sfeertekening. "De stakersbijeenkomsten die daarna elke ochtend op het Afrikaanderplein -het 'tehuis' van de stakers- gehouden worden, voltrokken zich volgens een vast ritueel. George Klaassen opent de bijeenkomsten met een 'goeie morgen, jongens' en geeft daarna het woord aan Schults. Voordat dan Stavinga aan de beurt is draagt Schults de vergadering over aan Bertus van der Horst, een arbeider van Pakhoed die bij z'n kollega's zeer getapt is om zijn kwinkslagen. Op het Afrikaanderplein geeft Bertus lik op stuk op berichten in de pers, neemt bepaalde verdraai ingen van de feiten op de korrel en geeft zijn commentaar op de houding van vakbondsbestuur ders." Andere vaste elementen in deze staking waren de voor havenstakingen traditionele tocht door de Maastunnel, een steuncomité dat landelijk geld inzamelde, een comité van vrouwen van havenar beiders, vechtpartijen met de politie en arrestaties. Deze staking voldoet vrijwel geheel aan het ideaal-type van een ‘wilde' staking. De arbeiders legden buiten de bonden om het werk neer, er werd een comité gevormd van stakers waarin diverse opvattingen vertegenwoordigd waren en het comité legde verantwoording af in massale vergaderingen van de stakers. Na de staking (op 22 oktober) namen de Rotterdamse leden van de Vervoersbonden FNV vrijwel unaniem een motie aan, waarin Schroer en Van Eldik beticht werden van "klasseverraad van de bovenste plank". In de Federatieraad werd deze motie op zijn beurt echter weer van tafel geveegd. Wel werd -evenals na de havenstaking van 1970- erkend dat een kloof tussen leiding en leden bestond. CBS geeft 99998 verloren dagen.; Flier 251.503. Hierbij moet wel opgemerkt worden dat Flier de stakingen in Amsterdam bij die in Rotterdam telt. In Amsterdam gingen volgens het CBS 4503 dagen verloren.