Voor regeringssteun, die ondanks de staking van 6 april nog niet toegezegd was. De beslissing werd weer uitgesteld en daarop legden de arbeiders op verzoek van de Industriebond FNV het werk voor twee dagen neer. De nachtploeg stemde vrijwel unaniem (5 van de 400 tegen) voor staking, nadat de dagploeg het werk al vrijwillig had neergelegd! Toen na het weekeinde nog steeds geen besluit van de regering bekend was werd de staking eerst voortgezet en later omgezet in een soort guerrilla. Zo werd een schip aan de ketting gelegd, gedemonstreerd (1000 in Rozenburg, 700 in Rotterdam en 1000 op het Binnenhof) en herhaaldelijk het werk ontregeld. Dit leidde op 20 juni zelfs tot een kort geding, dat de baggerdivisie van Volker Stevin aanspande tegen de Industriebonden, omdat de bouw van een werkeiland in gevaar kwam. Weliswaar deed de rechter uitspraak in het voordeel van Volker Stevin, maar toen nam de O.R. de verantwoording van de acties op zich. Op 9 juli werden 200 arbeiders in dienst van onderaannemers belet de werf op te gaan om te werken, omdat de vaste arbeiders van Verolme (overigens tegenwoordig VDSM geheten) meenden dat zij dienden om de acties te breken. Uiteindelijk moest de werf toch afslanken van de regering en verdween de nieuwbouwafdeling.