Strike, against the sacking or punishment of a colleague - 1951

Deze staking werd gevolg door enkele kleinere sympathiestakingen. Hij vond plaats bij de bouw van de nieuwe Breedbandfabriek van Hoogovens waardoor er nogal veel belangstelling voor deze strijd bestond. Op vrijdag 24 augustus hadden 85 bouwvakkers te horen gekregen dat zij zouden worden ontslagen wegens stagnatie in de werkzaamheden. Zijnde de slechtst presterenden waren zij de uitverkorenen, maar zij legden zich er niet zomaar bij neer en trokken bij wijze van protest naar het Gewestelijk Arbeidsbureau in IJmuiden. Een aantal van hen zong daarbij de Internationale. Drie dagen later werden de arbeiders van Boele en Van Eesteren bij het station opgewacht door de EVC-bestuurders Van het Schip en Stouten. Dezen spraken de arbeiders toe en riepen op tot een staking als protest tegen de ontslagen. Van half tien tot half elf legden de bouwvakkers inderdaad het werk neer, maar daarna gingen ze weer gewoon aan het werk. Op woensdag 29 augustus sloeg de vlam echt in de pan. Van de 390 bouwvakkers gingen er 328 in staking en ze richtten een stakingscomité op, waarin leden van de vakcentrales zitting namen. Tijdens de eerste stakersvergadering, die een dag later plaatsvond en waar 228 stakers aanwezig waren, trad het KAB-lid Krijgsman op als voorzitter. Deze riep op om niet te saboteren, van het gereedschap af te blijven en niet te drinken opdat de staking niet zou ontaarden. Op voorwaarde dat hij niet over politiek zou spreken, kreeg het reeds genoemde EVC-bestuurslid Van het Schip spreektijd. Hij riep op tot gezamenlijke actie en zegde de steun van zijn organisatie toe. Daarna verliet een delegatie, bestaande uit een NVV-lid, een KAB-er en iemand van het CNV, de vergadering om overleg te plegen met directie en Uniebonden. Deze bonden (CNV, KAB en NVV) werden Uniebonden genoemd omdat zij nauw samenwerkten in de Raad van Vakcentralen en een uniforme structuur nastreefden. Omdat zij zich mede verantwoordelijk voelden voor de economische toestand en daarom de enige door de regering erkende vakorganisaties waren, voerden zij in het naoorlogse Nederland nauwelijks strijd. Als een voorafschaduwing van het poldermodel overlegden zij liever met overheid en directies dan naar de leden te luisteren. Zo ook nu. De delegatie van de stakers keerde naar de vergadering terug met de oproep van de Uniebonden het werk te hervatten omdat de directie van Boele en Van Eesteren een toezegging had gedaan. Zij zou trachten het aantal ontslagen tot een minimum te beperken en Hoogovens zou vervolgens proberen de ontslagenen elders onder te brengen. De stakers waren hier duidelijk niet tevreden over. Zij eisten intrekking van alle ontslagen, uitbetaling van de gestaakte dagen en in de toekomst een beter personeelsbeleid. Aan het eind van de vergadering deed Van het Schip een tactisch voorstel: de arbeiders zouden vrijdag weer aan het werk gaan als de vertegenwoordigers van de Uniebonden die dag samen met een EVC-lid in overleg met de directie zouden treden. De Uniebonders moesten dit wel afwijzen omdat ze dan door met de EVC samen te werken buiten hun boekje zouden treden. De vergadering nam vervolgens het besluit aan door te staken en vrijdag weer bijeen te komen. Tijdens die vrijdagvergadering kreeg NVV-bestuurder Wevers de gelegenheid om het directievoorstel nog eens toe te lichten en tegelijk riep hij de stakers nogmaals op weer aan het werk te gaan. Krijgsman merkte vervolgens op dat de Uniebonden zich eerst maar eens achter de stakers moesten op stellen. De rest van de vergadering werd besteed aan organisatorische vraagstukken. Er kwam een centraal stakingscomité in Beverwijk tot stand en subcomités in de diverse woonplaatsen van de stakers. Omdat de erkende bonden geen steun gaven, werd ook besloten om met steunlijsten geld op te halen voor de stakers. Aan het eind van de vergadering werd gestemd over voortzetting, maar eerst hield de vrouw van een der stakers nog een toespraak. Zij riep hierin op om vol te houden ook al voorzag zij als moeder van drie kinderen de moeilijkheden die doorstaken met zich mee zou brengen. Na een daverend applaus voor haar werd met 158 stemmen tegen 55 bij 4 onthoudingen besloten door te staken. De dagelijkse leiding van de staking was nu in handen van het stakingscomité dat dagelijks om 10 uur >s ochtends in Beverwijk vergaderde. In de loop van de dag kwamen ook de rayoncomité=s naar Beverwijk vanuit hun woonplaatsen Rotterdam, Amsterdam, Den Haag, Alkmaar, Beverwijk en IJmuiden. Deze comités haalden in een week ruim 4.500 gulden op, terwijl op het Hoogoventerrein ook nog eens 375 gulden bijeen was gebracht. Deze gelden werden gebruikt om de stakers een uitkering te geven, wat hard nodig was want de mensen zaten al meer dan een week zonder inkomsten. Op de stakersvergadering van 7 september werd bekend gemaakt dat gehuwde stakers 25 gulden uitkering zouden ontvangen en daarbovenop een kinderbijslag. Ongehuwden kregen 15 gulden en heel opvallend in een spontane staking werd aan vakbondsleden / 1 extra toegezegd. Op deze vergadering waar ongeveer 210 mensen aanwezig waren, werd bekend gemaakt dat voorzitter Krijgsman van het stakingscomité en vicevoorzitter Eberhart door hun respectievelijke organisaties KAB en NVV waren geroyeerd. Tevens bleek echter ook dat er onder de arbeiders een neiging groeide om zich minder compromisloos op te stellen. Er lag immers een voorstel van de directie om het aantal ontslagen terug te brengen tot 44 man en een NVV-lid stelde voor om hiermee akkoord te gaan. Dit leidde tot heftige discussies en uiteindelijk werd het voorstel niet eens in stemming genomen omdat verscheidene stakers de vergadering reeds hadden verlaten. Gevolg hiervan was wel dat op maandag 10 september 37 arbeiders teleurgesteld weer aan het werk gingen. De directie van Boele en Van Eesteren had zich reeds op dezelfde dag dat de stakers vergaderden, voorgenomen een ultimatum te stellen. De Hoogovendirectie raadde dit echter af uit angst voor escalatie, maar op 10 september deed de bouwonderneming toch een ultimatum de deur uit. Alle stakers kregen een telegram waarin met ontslag om dringende reden werd gedreigd indien zij het werk de volgende dag om 7.25 uur niet hadden hervat. Dit telegram werd zo laat verstuurd dat redelijkerwijs kon worden verwacht dat de arbeiders geen kans meer zouden zien om nog snel een vergadering te beleggen. Slechts 25 stakers gaven gevolg aan het ultimatum en gingen op 11 september weer aan het werk naast de honderd die al eerder weer aan het werk waren gegaan of nooit mee hadden gestaakt. Voeg hier afbeelding telegram 1951 in Ook leidde het ultimatum ertoe dat de stakingsleiding aan de arbeiders voorstelde op 12 september, een dag na het verlopen van het ultimatum gezamenlijk weer aan het werk te gaan. Omdat ze het ultimatum hadden genegeerd, werden ze nu echter van het terrein geweerd en dat leidde er op zijn beurt weer toe dat een dag later vrijwel alle arbeiders weer in staking waren. Op die dag, donderdag 13 september, mocht een delegatie van de stakers een bespreking houden met de directie van Boele en Van Eesteren, waar overigens ook de directie van Hoogovens en de Uniebonden bij vertegenwoordigd waren. Deze bespreking leidde niet tot enige toenadering tussen directie en stakers. De staking werd van beide kanten hard tegen hard gevoerd en onder de andere bouwvakkers die aan het werk waren op het Hoogoventerrein gingen stemmen op om tot sympathiestaking over te gaan. >s Middags om 13.00 uur was het inderdaad raak. Ongeveer honderd arbeiders van Nelis & Van Dijk legden het werk uit protest een uur neer. De 66 betonvlechters van De Jong gingen ook in staking, maar zij staakten ook de volgende twee dagen nog. Tevens legden 32 arbeiders van de Hollandse Beton Maatschappij die werkzaam waren bij de in de nabijheid van Hoogovens gelegen papierfabriek Van Gelder en Zoon gedurende zeer korte tijd het werk neer. Op 18 september tenslotte legden 500 (volgens de EVC 700) Amsterdamse bouwvakkers het werk een halve dag neer uit solidariteit met hun collega's bij Boele en Van Eesteren. Overigens komt de solidariteit die her en der met de stakers gevoeld werd niet alleen tot uiting in de sympathiestakingen, maar ook in de levensmiddelenpakketten die aan de stakers konden worden verstrekt, de opgehaalde steungelden en een drietal solidariteitsbijeenkomsten in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag. Op 22 september waren er nog 290 stakers en de Uniebonden legden hen het voorstel voor dat nog slechts dertig mensen zouden worden ontslagen. De stakers wezen ook dit af en uiteindelijk leidde de staking ertoe dat alle arbeiders weer aan het werk konden, zij het niet allemaal bij Boele en Van Eesteren. Een andere firma op het Hoogoventerrein nam 65 stakers over en 30 anderen konden aan het werk op een object te Haarlem.

Strike, against the sacking or punishment of a colleague - 1951

Deze staking werd gevolg door enkele kleinere sympathiestakingen. Hij vond plaats bij de bouw van de nieuwe Breedbandfabriek van Hoogovens waardoor er nogal veel belangstelling voor deze strijd bestond. Op vrijdag 24 augustus hadden 85 bouwvakkers te horen gekregen dat zij zouden worden ontslagen wegens stagnatie in de werkzaamheden. Zijnde de slechtst presterenden waren zij de uitverkorenen, maar zij legden zich er niet zomaar bij neer en trokken bij wijze van protest naar het Gewestelijk Arbeidsbureau in IJmuiden. Een aantal van hen zong daarbij de Internationale. Drie dagen later werden de arbeiders van Boele en Van Eesteren bij het station opgewacht door de EVC-bestuurders Van het Schip en Stouten. Dezen spraken de arbeiders toe en riepen op tot een staking als protest tegen de ontslagen. Van half tien tot half elf legden de bouwvakkers inderdaad het werk neer, maar daarna gingen ze weer gewoon aan het werk. Op woensdag 29 augustus sloeg de vlam echt in de pan. Van de 390 bouwvakkers gingen er 328 in staking en ze richtten een stakingscomité op, waarin leden van de vakcentrales zitting namen. Tijdens de eerste stakersvergadering, die een dag later plaatsvond en waar 228 stakers aanwezig waren, trad het KAB-lid Krijgsman op als voorzitter. Deze riep op om niet te saboteren, van het gereedschap af te blijven en niet te drinken opdat de staking niet zou ontaarden. Op voorwaarde dat hij niet over politiek zou spreken, kreeg het reeds genoemde EVC-bestuurslid Van het Schip spreektijd. Hij riep op tot gezamenlijke actie en zegde de steun van zijn organisatie toe. Daarna verliet een delegatie, bestaande uit een NVV-lid, een KAB-er en iemand van het CNV, de vergadering om overleg te plegen met directie en Uniebonden. Deze bonden (CNV, KAB en NVV) werden Uniebonden genoemd omdat zij nauw samenwerkten in de Raad van Vakcentralen en een uniforme structuur nastreefden. Omdat zij zich mede verantwoordelijk voelden voor de economische toestand en daarom de enige door de regering erkende vakorganisaties waren, voerden zij in het naoorlogse Nederland nauwelijks strijd. Als een voorafschaduwing van het poldermodel overlegden zij liever met overheid en directies dan naar de leden te luisteren. Zo ook nu. De delegatie van de stakers keerde naar de vergadering terug met de oproep van de Uniebonden het werk te hervatten omdat de directie van Boele en Van Eesteren een toezegging had gedaan. Zij zou trachten het aantal ontslagen tot een minimum te beperken en Hoogovens zou vervolgens proberen de ontslagenen elders onder te brengen. De stakers waren hier duidelijk niet tevreden over. Zij eisten intrekking van alle ontslagen, uitbetaling van de gestaakte dagen en in de toekomst een beter personeelsbeleid. Aan het eind van de vergadering deed Van het Schip een tactisch voorstel: de arbeiders zouden vrijdag weer aan het werk gaan als de vertegenwoordigers van de Uniebonden die dag samen met een EVC-lid in overleg met de directie zouden treden. De Uniebonders moesten dit wel afwijzen omdat ze dan door met de EVC samen te werken buiten hun boekje zouden treden. De vergadering nam vervolgens het besluit aan door te staken en vrijdag weer bijeen te komen. Tijdens die vrijdagvergadering kreeg NVV-bestuurder Wevers de gelegenheid om het directievoorstel nog eens toe te lichten en tegelijk riep hij de stakers nogmaals op weer aan het werk te gaan. Krijgsman merkte vervolgens op dat de Uniebonden zich eerst maar eens achter de stakers moesten op stellen. De rest van de vergadering werd besteed aan organisatorische vraagstukken. Er kwam een centraal stakingscomité in Beverwijk tot stand en subcomités in de diverse woonplaatsen van de stakers. Omdat de erkende bonden geen steun gaven, werd ook besloten om met steunlijsten geld op te halen voor de stakers. Aan het eind van de vergadering werd gestemd over voortzetting, maar eerst hield de vrouw van een der stakers nog een toespraak. Zij riep hierin op om vol te houden ook al voorzag zij als moeder van drie kinderen de moeilijkheden die doorstaken met zich mee zou brengen. Na een daverend applaus voor haar werd met 158 stemmen tegen 55 bij 4 onthoudingen besloten door te staken. De dagelijkse leiding van de staking was nu in handen van het stakingscomité dat dagelijks om 10 uur >s ochtends in Beverwijk vergaderde. In de loop van de dag kwamen ook de rayoncomité=s naar Beverwijk vanuit hun woonplaatsen Rotterdam, Amsterdam, Den Haag, Alkmaar, Beverwijk en IJmuiden. Deze comités haalden in een week ruim 4.500 gulden op, terwijl op het Hoogoventerrein ook nog eens 375 gulden bijeen was gebracht. Deze gelden werden gebruikt om de stakers een uitkering te geven, wat hard nodig was want de mensen zaten al meer dan een week zonder inkomsten. Op de stakersvergadering van 7 september werd bekend gemaakt dat gehuwde stakers 25 gulden uitkering zouden ontvangen en daarbovenop een kinderbijslag. Ongehuwden kregen 15 gulden en heel opvallend in een spontane staking werd aan vakbondsleden / 1 extra toegezegd. Op deze vergadering waar ongeveer 210 mensen aanwezig waren, werd bekend gemaakt dat voorzitter Krijgsman van het stakingscomité en vicevoorzitter Eberhart door hun respectievelijke organisaties KAB en NVV waren geroyeerd. Tevens bleek echter ook dat er onder de arbeiders een neiging groeide om zich minder compromisloos op te stellen. Er lag immers een voorstel van de directie om het aantal ontslagen terug te brengen tot 44 man en een NVV-lid stelde voor om hiermee akkoord te gaan. Dit leidde tot heftige discussies en uiteindelijk werd het voorstel niet eens in stemming genomen omdat verscheidene stakers de vergadering reeds hadden verlaten. Gevolg hiervan was wel dat op maandag 10 september 37 arbeiders teleurgesteld weer aan het werk gingen. De directie van Boele en Van Eesteren had zich reeds op dezelfde dag dat de stakers vergaderden, voorgenomen een ultimatum te stellen. De Hoogovendirectie raadde dit echter af uit angst voor escalatie, maar op 10 september deed de bouwonderneming toch een ultimatum de deur uit. Alle stakers kregen een telegram waarin met ontslag om dringende reden werd gedreigd indien zij het werk de volgende dag om 7.25 uur niet hadden hervat. Dit telegram werd zo laat verstuurd dat redelijkerwijs kon worden verwacht dat de arbeiders geen kans meer zouden zien om nog snel een vergadering te beleggen. Slechts 25 stakers gaven gevolg aan het ultimatum en gingen op 11 september weer aan het werk naast de honderd die al eerder weer aan het werk waren gegaan of nooit mee hadden gestaakt. Voeg hier afbeelding telegram 1951 in Ook leidde het ultimatum ertoe dat de stakingsleiding aan de arbeiders voorstelde op 12 september, een dag na het verlopen van het ultimatum gezamenlijk weer aan het werk te gaan. Omdat ze het ultimatum hadden genegeerd, werden ze nu echter van het terrein geweerd en dat leidde er op zijn beurt weer toe dat een dag later vrijwel alle arbeiders weer in staking waren. Op die dag, donderdag 13 september, mocht een delegatie van de stakers een bespreking houden met de directie van Boele en Van Eesteren, waar overigens ook de directie van Hoogovens en de Uniebonden bij vertegenwoordigd waren. Deze bespreking leidde niet tot enige toenadering tussen directie en stakers. De staking werd van beide kanten hard tegen hard gevoerd en onder de andere bouwvakkers die aan het werk waren op het Hoogoventerrein gingen stemmen op om tot sympathiestaking over te gaan. >s Middags om 13.00 uur was het inderdaad raak. Ongeveer honderd arbeiders van Nelis & Van Dijk legden het werk uit protest een uur neer. De 66 betonvlechters van De Jong gingen ook in staking, maar zij staakten ook de volgende twee dagen nog. Tevens legden 32 arbeiders van de Hollandse Beton Maatschappij die werkzaam waren bij de in de nabijheid van Hoogovens gelegen papierfabriek Van Gelder en Zoon gedurende zeer korte tijd het werk neer. Op 18 september tenslotte legden 500 (volgens de EVC 700) Amsterdamse bouwvakkers het werk een halve dag neer uit solidariteit met hun collega's bij Boele en Van Eesteren. Overigens komt de solidariteit die her en der met de stakers gevoeld werd niet alleen tot uiting in de sympathiestakingen, maar ook in de levensmiddelenpakketten die aan de stakers konden worden verstrekt, de opgehaalde steungelden en een drietal solidariteitsbijeenkomsten in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag. Op 22 september waren er nog 290 stakers en de Uniebonden legden hen het voorstel voor dat nog slechts dertig mensen zouden worden ontslagen. De stakers wezen ook dit af en uiteindelijk leidde de staking ertoe dat alle arbeiders weer aan het werk konden, zij het niet allemaal bij Boele en Van Eesteren. Een andere firma op het Hoogoventerrein nam 65 stakers over en 30 anderen konden aan het werk op een object te Haarlem.