Onderrok of crinoline

Gedurende de jaren dertig van de negentiende eeuw ontwikkelde zich een zandlopervormig silhouet met wijde pofmouwen, een slanke taille en eveneens wijde rokken. De vrouwen gebruikten gesteven onderrokken en onderrokken met koord om de rok van de japon te ondersteunen in een fraaie koepelvorm. Tegen 1840 waren de wijde pofmouwen verdwenen, maar de rokken bleven wijd uitstaan. De Fransman César-Luc-Louis Oudinot-Lutel was vanaf 1829 bekend vanwege zijn gepatenteerde haardoek. Haardoek was een stof waarbij de wever de haren van een paardenstaart als inslag (horizontaal) verwerkte. Dit was een secuur en tijdrovend werkje, want hij weefde deze haren één voor één. Vaak hielp een kind of assistent met het aangeven van de haren. Stoffen met ingeweven paardenhaar zijn stijf en toch heel licht in gewicht. Al snel kreeg haardoek de naam ‘crinoline’, vernoemd naar het Franse woord ‘crin’ voor paardenhaar. In 1839 verscheen in modetijdschriften over heel Europa het bericht dat de Sous-Jupe-Oudinot de nieuwste uitvinding was op het gebied van rok-ondersteuning. De rokken van paardenhaar stonden ook bekend als crinoline onderrokken, of kortweg crinolines. Tot de uitvinding van de stalen hoepelrok was dit de manier om de wijde japonrok te ondersteunen. Deze onderrok is vervaardigd uit gecrinoliseerde wol. Dit betekent dat de inslag voor een groot deel uit wol bestaat en dat paardenhaar is toegevoegd voor stevigheid. De naaister verwerkte de ruimte van de rok in plooien op de heupen en het zitvlak. Hierdoor staat de rok hoofdzakelijk aan de achterzijde uit. De zoom is verstevigd met twee volants. De naaister verwerkte heel ingenieus de weerbarstige haren bij de naden. De brede tailleband, de keuze voor de stof en het model wijzen op een datering gedurende de jaren veertig. Oudinot-Lutel stond bekend om het toepassen van gecrinoliseerde stoffen voor zijn Sous-Jupes-Oudinot. Ook was hij één van de eerste producenten die zijn waar voorzag van een merk. Aangezien de rok geen merk ‘Oudinot’ heeft mogen we er niet vanuit gaan dat dit een rok van hem is. Maar misschien is het merk eruit gewassen.

Onderrok of crinoline

Gedurende de jaren dertig van de negentiende eeuw ontwikkelde zich een zandlopervormig silhouet met wijde pofmouwen, een slanke taille en eveneens wijde rokken. De vrouwen gebruikten gesteven onderrokken en onderrokken met koord om de rok van de japon te ondersteunen in een fraaie koepelvorm. Tegen 1840 waren de wijde pofmouwen verdwenen, maar de rokken bleven wijd uitstaan. De Fransman César-Luc-Louis Oudinot-Lutel was vanaf 1829 bekend vanwege zijn gepatenteerde haardoek. Haardoek was een stof waarbij de wever de haren van een paardenstaart als inslag (horizontaal) verwerkte. Dit was een secuur en tijdrovend werkje, want hij weefde deze haren één voor één. Vaak hielp een kind of assistent met het aangeven van de haren. Stoffen met ingeweven paardenhaar zijn stijf en toch heel licht in gewicht. Al snel kreeg haardoek de naam ‘crinoline’, vernoemd naar het Franse woord ‘crin’ voor paardenhaar. In 1839 verscheen in modetijdschriften over heel Europa het bericht dat de Sous-Jupe-Oudinot de nieuwste uitvinding was op het gebied van rok-ondersteuning. De rokken van paardenhaar stonden ook bekend als crinoline onderrokken, of kortweg crinolines. Tot de uitvinding van de stalen hoepelrok was dit de manier om de wijde japonrok te ondersteunen. Deze onderrok is vervaardigd uit gecrinoliseerde wol. Dit betekent dat de inslag voor een groot deel uit wol bestaat en dat paardenhaar is toegevoegd voor stevigheid. De naaister verwerkte de ruimte van de rok in plooien op de heupen en het zitvlak. Hierdoor staat de rok hoofdzakelijk aan de achterzijde uit. De zoom is verstevigd met twee volants. De naaister verwerkte heel ingenieus de weerbarstige haren bij de naden. De brede tailleband, de keuze voor de stof en het model wijzen op een datering gedurende de jaren veertig. Oudinot-Lutel stond bekend om het toepassen van gecrinoliseerde stoffen voor zijn Sous-Jupes-Oudinot. Ook was hij één van de eerste producenten die zijn waar voorzag van een merk. Aangezien de rok geen merk ‘Oudinot’ heeft mogen we er niet vanuit gaan dat dit een rok van hem is. Maar misschien is het merk eruit gewassen.