De Nieuwe Kerk met de achterkant van het Stadhuis

De stoffage neemt een minstens zo belangrijke plaats in op het even grote schilderij van Ouwater dat op dezelfde veiling als tegenhanger werd verkocht. In hun verkleining van voor naar achter zijn ze onmisbaar voor een overtuigend perspectief. Een van de door Jan van der Heyden ontworpen lantaarnpalen bevindt zich nagenoeg op dezelfde plaats in het beeldvlak. Dit exemplaar staat aan de Nieuwezijds Voorburgwal bij de Donkere Sluis, de brede brug over de nog ongedempte gracht. Vanuit het westen zien we rechts het imposante silhouet van het Stadhuis en links de Nieuwe Kerk. Een groep vogels cirkelt rond het dak van het zuidertransept. In de doorkijk richting Dam heeft de schilder een blik op de Oude Kerkstoren opgenomen, die in werkelijkheid te ver naar het noorden staat om te kunnen worden waargenomen. Prominent aanwezig is de voet van de onvoltooide toren van de Nieuwe Kerk. In 1783 werd de onderbouw afgebroken, met uitzondering van het gedeelte waar de balgkamer van het orgel zich op bevond. De aanstaande sloop kan voor Ouwater reden hebben gegeven om op de valreep aan te sluiten bij zijn voorgangers Ten Compe, De Beijer, La Fargue en Ekels, die allen de merkwaardige torenvoet in beeld hebben gebracht.

De Nieuwe Kerk met de achterkant van het Stadhuis

De stoffage neemt een minstens zo belangrijke plaats in op het even grote schilderij van Ouwater dat op dezelfde veiling als tegenhanger werd verkocht. In hun verkleining van voor naar achter zijn ze onmisbaar voor een overtuigend perspectief. Een van de door Jan van der Heyden ontworpen lantaarnpalen bevindt zich nagenoeg op dezelfde plaats in het beeldvlak. Dit exemplaar staat aan de Nieuwezijds Voorburgwal bij de Donkere Sluis, de brede brug over de nog ongedempte gracht. Vanuit het westen zien we rechts het imposante silhouet van het Stadhuis en links de Nieuwe Kerk. Een groep vogels cirkelt rond het dak van het zuidertransept. In de doorkijk richting Dam heeft de schilder een blik op de Oude Kerkstoren opgenomen, die in werkelijkheid te ver naar het noorden staat om te kunnen worden waargenomen. Prominent aanwezig is de voet van de onvoltooide toren van de Nieuwe Kerk. In 1783 werd de onderbouw afgebroken, met uitzondering van het gedeelte waar de balgkamer van het orgel zich op bevond. De aanstaande sloop kan voor Ouwater reden hebben gegeven om op de valreep aan te sluiten bij zijn voorgangers Ten Compe, De Beijer, La Fargue en Ekels, die allen de merkwaardige torenvoet in beeld hebben gebracht.