Oscar Tourniarie (1880 - 1939), acteur, als Bibberwang in 'Driekoningenavond' van William Shakespeare

Oscar Tourniaire was de zoon van Ernst Tourniaire. Jarenlang was hij een van Royaards’ beste en trouwste krachten. Onder zijn leiding bij Het Tooneel beleefde Tourniaire zijn beste tijd, hij was daarvoor al 14 jaar in dienst van de KVHNT geweest. Faam verwierf hij met zijn Shakespeare- creaties, in de rol van de sprookjesachtige Spoel in Midzomernachtsdroom en als Bibberwang in Driekoningenavond. “De manier waarop hij opkwam. Alsof iemand hem opduwde, achter in de rug. Horterig hijgend stond hij dan op het toneel, het leek alsof alles spits aan hem was, de knieën, de voeten, de malle ellebogen, de puntige neus. Ook zijn pruik had spitse punten, en zijn dunne vingers-hij had geen dunne vingers, maar hij speelde ze dun-grasduinden in die malle lingse blikken naar zijn medespelers. Zijn nauwsluitend kostuum zat onberispelijk en het wonder- lijkst bij deze zotte figuur was; hij bleek toch ergens een heer. Het was Jonker Bibberwang, daar viel niet aan te tornen”, schreef Hermine Heijermans. Tourniaire hanteerde zijn rollen instinctief, zonder een aangeleerde techniek. In het dagelijks leven was hij, als in zijn spel, temperamentvol en ontwapenend. Zelfs een streng, serieus man als Royaards kon daar niet tegenop. Alleen van Tourniaire werden de stroom van grapjes en opmerkingen tijdens de repetities geaccepteerd, of de zwaarmoedige sombere buien die deze afwisselden.

Oscar Tourniarie (1880 - 1939), acteur, als Bibberwang in 'Driekoningenavond' van William Shakespeare

Oscar Tourniaire was de zoon van Ernst Tourniaire. Jarenlang was hij een van Royaards’ beste en trouwste krachten. Onder zijn leiding bij Het Tooneel beleefde Tourniaire zijn beste tijd, hij was daarvoor al 14 jaar in dienst van de KVHNT geweest. Faam verwierf hij met zijn Shakespeare- creaties, in de rol van de sprookjesachtige Spoel in Midzomernachtsdroom en als Bibberwang in Driekoningenavond. “De manier waarop hij opkwam. Alsof iemand hem opduwde, achter in de rug. Horterig hijgend stond hij dan op het toneel, het leek alsof alles spits aan hem was, de knieën, de voeten, de malle ellebogen, de puntige neus. Ook zijn pruik had spitse punten, en zijn dunne vingers-hij had geen dunne vingers, maar hij speelde ze dun-grasduinden in die malle lingse blikken naar zijn medespelers. Zijn nauwsluitend kostuum zat onberispelijk en het wonder- lijkst bij deze zotte figuur was; hij bleek toch ergens een heer. Het was Jonker Bibberwang, daar viel niet aan te tornen”, schreef Hermine Heijermans. Tourniaire hanteerde zijn rollen instinctief, zonder een aangeleerde techniek. In het dagelijks leven was hij, als in zijn spel, temperamentvol en ontwapenend. Zelfs een streng, serieus man als Royaards kon daar niet tegenop. Alleen van Tourniaire werden de stroom van grapjes en opmerkingen tijdens de repetities geaccepteerd, of de zwaarmoedige sombere buien die deze afwisselden.