Stadsbestuurders gebruikten in de achttiende eeuw naast officiële zegels met afbeeldingen van het wapen van Amsterdam en het koggeschip, ook persoonlijke zegels. Dit schepenzegel, gemaakt door de in dit werk gespecialiseerde stempelsnijder Musnier, is daar een voorbeeld van. Wie als schepen werd gekozen moest over een eigen zegel beschikken om akten te kunnen bezegelen. Een schepenzegel is groter dan een gewoon stempel of cachet en heeft een scharnierende, omklapbare greep aan een kettinkje, dat hier ontbreekt. Dit exemplaar is vervaardigd voor de schatrijke bankier mr. Quirijn Willem van Hoorn sr. (1730-1797), ter gelegenheid van zijn benoeming tot schepen in 1754. De stempelzijde van het zegel is spiegelbeeldig gesneden met zijn gekroonde familiewapen. De vroegst bekende akte waaraan Van Hoorns schepenzegel is bevestigd dateert eveneens uit 1754 (Nationaal Archief [archief Bicker], Den Haag). Aan de politieke carrière van de vooruitstrevende Quirijn Willem van Hoorn kwam in de roerige jaren tachtig een abrupt einde. Hij werd in 1782 en 1785 nog tot burgemeester benoemd. Maar bij het herstel van de stadhouderlijke macht in 1787 ontsloeg prins Willem V hem vanwege zijn patriotse sympathieën uit al zijn bestuurlijke ambten.