Het trancheerstel is aangeboden aan jhr. mr. Willem Jacob Backer (1798-1851) ter gelegenheid van zijn 25-jarig jubileum als secretaris van de stad Amsterdam op 10 juni 1844. De namen van de drie schenkers zijn in het heft van de vork gegraveerd. Mr. Jacobus de Neufville Abrahamsz. (1817-1884) kwam in 1842 in dienst bij de gemeente Amsterdam en zou in 1870 gemeentesecretaris worden (Schweiger 1960, p. 5-7, p. 44). Mr. Jan van de Stadt (1776-1859) werd in 1797 ambtenaar ter thesaurie, een ambt, dat hij tot zijn pensionering in 1851 vervulde. Backer was als gemeentesecretaris dus hun chef. Ook Meijer zal een (hoofd)ambtenaar ter secretarie zijn geweest. Een trancheerstel behoorde tot het standaard assortiment in het huishouden van de gegoede burgerij. Het echtpaar Willet-Holthuysen bezat een '[...] couteau et une fourchette pour découper la viande' (Frederik Muller 1895, p. 18 nr. 123; Vreeken 1999, p. 17). Zie voor een verguld zilveren beker door Elize Henry de Haas die Backer bij dezelfde gelegenheid van de secretarie ter geschenke kreeg: cat.nr. KB 891.