Personen- en goederenvervoer vond voornamelijk over water plaats, omdat de wegen grotendeels onverhard en dus slecht begaanbaar waren. Een groot aantal (trek)schuiten had in Amsterdam vaste aanlegplaatsen. Jacob Cats bracht verschillende van deze veelal bedrijvige lokaties in beeld. Langs de kade in de Binnen-Amstel lagen in Cats' tijd de veerschuiten richting 's-Graveland. Het stukje Amsteloever tussen Kloveniers- en Groenburgwal heet nu nog steeds naar deze ligplaats: 's-Gravelandse Veer. Rechts op de tekening is nog net de brugleuning te zien van de Halvemaansbrug over de Binnen-Amstel, gelegen in het verlengde van de Halvemaansteeg en de Kloveniersburgwal. Op de kade liggen grote balen te wachten op verder transport. Cats tekende dezelfde lokatie nogmaals vanaf de Groenburgwal. De tekening in het AHM kan op grond van de eigenhandige nummering worden gerekend tot een blad uit zijn portefeuille (zie cat. nr. 18). Gezien het volgnummer 738 moet het blad in of na 1796 zijn gemaakt, in ieder geval na een tekening in Rotterdam met het nummer 698 uit 1796. In het Amsterdamse Gemeentearchief bevinden zich nog twee getekende versies van deze voorstelling van Cats' hand. De drie bladen verschillen in datering, materiaalgebruik en detaillering. Eén tekening is in 1795 gemaakt (afb. a). In dit blad is niet alleen gebruik gemaakt van grijze inkt, zoals in de tekening van het AHM, maar ook van pen in bruin. Het enige verschil in voorstelling is dat de man rechts het urinoir aan het water net verlaat. De tweede tekening in het Gemeentearchief is 1798 gedateerd. In tegenstelling tot de twee andere bladen is deze in waterverf uitgevoerd. Tevens is deze in detail het meest uitgewerkt, zelfs de straatsteentjes zijn stuk voor stuk getekend. In plaats van twee huizen met trapgevels koos Cats hier voor drie huizen met trapgevels.