Johannes Baptista Franck (ca. 1599-1663)

Net als zijn leermeester Rubens dankt Van Dijck zijn roem aan zijn grootse historische voorstellingen en magistrale portretten. Volgens het opschrift langs de bovenkant van dit doek is hier Johannes Baptista Franck afgebeeld op 32-jarige leeftijd. Over de precieze identiteit van de man heeft lang twijfel bestaan. Onlangs is gesuggereerd dat hier Hans (of Jan) Francken (1581-1624) is voorgesteld. Théophile Thoré beschreef het levendige en indringende portret in 1860 terecht als een meesterwerk uit de Vlaamse periode van Anthonie van Dijck: ‘un chef-d'oeuvre dans sa manière flamande’. Interessant is dat het doek tijdens het schilderproces aan alle zijden is vergroot. Adriaan van der Hoop kocht het schilderij van de Londense handelaar John Smith in 1833 voor 3000 gulden, tegelijk met een Rubens; beide doeken kwamen uit de verzameling van Lucien Bonaparte. Het is duidelijk dat voor Van der Hoop de twee grote Vlaamse meesters niet mochten ontbreken in zijn verzameling, ongeacht het verloop van de Belgische onafhankelijkheidsstrijd, die zich juist in deze jaren afspeelde.

Johannes Baptista Franck (ca. 1599-1663)

Net als zijn leermeester Rubens dankt Van Dijck zijn roem aan zijn grootse historische voorstellingen en magistrale portretten. Volgens het opschrift langs de bovenkant van dit doek is hier Johannes Baptista Franck afgebeeld op 32-jarige leeftijd. Over de precieze identiteit van de man heeft lang twijfel bestaan. Onlangs is gesuggereerd dat hier Hans (of Jan) Francken (1581-1624) is voorgesteld. Théophile Thoré beschreef het levendige en indringende portret in 1860 terecht als een meesterwerk uit de Vlaamse periode van Anthonie van Dijck: ‘un chef-d'oeuvre dans sa manière flamande’. Interessant is dat het doek tijdens het schilderproces aan alle zijden is vergroot. Adriaan van der Hoop kocht het schilderij van de Londense handelaar John Smith in 1833 voor 3000 gulden, tegelijk met een Rubens; beide doeken kwamen uit de verzameling van Lucien Bonaparte. Het is duidelijk dat voor Van der Hoop de twee grote Vlaamse meesters niet mochten ontbreken in zijn verzameling, ongeacht het verloop van de Belgische onafhankelijkheidsstrijd, die zich juist in deze jaren afspeelde.