Anno 1535. De aanslag der wederdopers op Amsterdam

Ook in Amsterdam veroorzaakten de wederdopers grote onlusten. Hun leer sprak daar zelfs de aanzienlijkste burgers aan, of kon tenminste op hun bescherming rekenen. Om deze reden werd de schout, Jan Huybertsz., afgezet door de stadhouder. (...) Amsterdam was ook de toevluchtsplaats van Jan van Geelen, die in Friesland rooftochten had ondernomen en daar verjaagd was. Hij smeedde met een zekere Hendrick Goedbeleed een plan om de stad in handen te krijgen. Zij verzamelden een kleine bende in de Pijlsteeg en bezetten de Dam. Door het luiden der alarmklok op de toren van 't stadhuis wilden zij aan andere samenzweerders buiten de stad het teken geven om Amsterdam binnen te vallen. Zij konden echter het klokketouw niet vinden, omdat dit door een dronken dienaar van de schout verborgen was. De benden die buiten Amsterdam klaar lagen vertoonden zich dus niet, want zij dachten dat de aanslag mislukt was. In de stad was de schrik algemeen, temeer omdat burgemeester Colijn die met een vendel optrok, door zijn mannen in de steek gelaten werd en de dood vond. Hoewel men geen nachtelijke aanval meer waagde, lukte het burgemeester Reecalf nog wel om met enkele krijgsknechten de toegangen tot de Dam te versperren. Bij het aanbreken van de dag begon hij de strijd. Hij nam het stadhuis in en versloeg de wederdopers. Goedbeleed en Van Geelen sneuvelden. Iedereen die de overwinnaars levend in handen viel of zelfs alleen maar wederdopers gehuisvest had, werd wreed ter dood gebracht. Ook Jacob van Campen die door Jan van Leiden tot bisschop van Amsterdam verheven was, onderging dit lot. Dit was de laatste aanslag der wederdopers. Hun macht was overal vernietigd.

Anno 1535. De aanslag der wederdopers op Amsterdam

Ook in Amsterdam veroorzaakten de wederdopers grote onlusten. Hun leer sprak daar zelfs de aanzienlijkste burgers aan, of kon tenminste op hun bescherming rekenen. Om deze reden werd de schout, Jan Huybertsz., afgezet door de stadhouder. (...) Amsterdam was ook de toevluchtsplaats van Jan van Geelen, die in Friesland rooftochten had ondernomen en daar verjaagd was. Hij smeedde met een zekere Hendrick Goedbeleed een plan om de stad in handen te krijgen. Zij verzamelden een kleine bende in de Pijlsteeg en bezetten de Dam. Door het luiden der alarmklok op de toren van 't stadhuis wilden zij aan andere samenzweerders buiten de stad het teken geven om Amsterdam binnen te vallen. Zij konden echter het klokketouw niet vinden, omdat dit door een dronken dienaar van de schout verborgen was. De benden die buiten Amsterdam klaar lagen vertoonden zich dus niet, want zij dachten dat de aanslag mislukt was. In de stad was de schrik algemeen, temeer omdat burgemeester Colijn die met een vendel optrok, door zijn mannen in de steek gelaten werd en de dood vond. Hoewel men geen nachtelijke aanval meer waagde, lukte het burgemeester Reecalf nog wel om met enkele krijgsknechten de toegangen tot de Dam te versperren. Bij het aanbreken van de dag begon hij de strijd. Hij nam het stadhuis in en versloeg de wederdopers. Goedbeleed en Van Geelen sneuvelden. Iedereen die de overwinnaars levend in handen viel of zelfs alleen maar wederdopers gehuisvest had, werd wreed ter dood gebracht. Ook Jacob van Campen die door Jan van Leiden tot bisschop van Amsterdam verheven was, onderging dit lot. Dit was de laatste aanslag der wederdopers. Hun macht was overal vernietigd.