Anno 1813. De wakkerheid van Roelof Schenkel

Op het gerucht der nadering van de kozakken ontruimden de Franse ambtenaren en douaniers overhaast Groningen en Friesland. Zij namen zoveel mogelijk voorwerpen van waarde en kasgeld mee. Zo voerde een schip met 32 douaniers een som van tachtigduizend gulden uit de stad Groningen weg. Schipper Roelof Schenkel belette dit. Hij ging met acht rappe gezellen in een sloep achter het schip aan tot Zoutkamp, waar zij hulp en kozakken hoopten aan te treffen. Daarin teleurgesteld, waagden de stoute schippersgasten toch de aanval op de gewapende overmacht. Op een ogenblik dat de Fransen zich in het scheepsruim bevinden, springt Schenkel met een pistool in de ene en een sabel in de andere hand, door zijn makkers gevolgd aan boord. Hij stelt zich bij het scheepsluik op en eist de wapens en het geld op. De verschrikte bemanning die niet bekend is met het kleine aantal enteraars, reikt geweren, sabels en geldzakken door het luik aan en laten zich gedwee naar Groningen terugvoeren. Schenkel en zijn mannen waren even eerlijk als dapper. Zij leverden de gevangenen en de buit aan het voorlopig bestuur uit en wilden niets voor zichzelf behouden.

Anno 1813. De wakkerheid van Roelof Schenkel

Op het gerucht der nadering van de kozakken ontruimden de Franse ambtenaren en douaniers overhaast Groningen en Friesland. Zij namen zoveel mogelijk voorwerpen van waarde en kasgeld mee. Zo voerde een schip met 32 douaniers een som van tachtigduizend gulden uit de stad Groningen weg. Schipper Roelof Schenkel belette dit. Hij ging met acht rappe gezellen in een sloep achter het schip aan tot Zoutkamp, waar zij hulp en kozakken hoopten aan te treffen. Daarin teleurgesteld, waagden de stoute schippersgasten toch de aanval op de gewapende overmacht. Op een ogenblik dat de Fransen zich in het scheepsruim bevinden, springt Schenkel met een pistool in de ene en een sabel in de andere hand, door zijn makkers gevolgd aan boord. Hij stelt zich bij het scheepsluik op en eist de wapens en het geld op. De verschrikte bemanning die niet bekend is met het kleine aantal enteraars, reikt geweren, sabels en geldzakken door het luik aan en laten zich gedwee naar Groningen terugvoeren. Schenkel en zijn mannen waren even eerlijk als dapper. Zij leverden de gevangenen en de buit aan het voorlopig bestuur uit en wilden niets voor zichzelf behouden.