Bovenaan opschrift: "PIETER CORNELISZ. HOOFT". Tot dusver in de collectie als door een anonymus. De heer B.J. Renckens wijst er op (mondeling) dat het een kopie is naar een compositie van Sandrart. Dezelfde figuur vinden we en buste terug op een prent met het onderschrift: "I. Sandrart pinxit. A. Sijlvelt Sculp." en daarbij een gedicht van Vondel (exemplaar op RKD). Blijkens de verdere bijschriften is Hooft op 62 jarige leeftijd in 1642 weergegeven. Een portret van Hooft dat beschouwd wordt als een (wellicht door J. Ovens geschilderde) kopie naar Sandrart bevindt zich in het Rijksmuseum (cat. 1934, nr. 1832) 1). Het is het spiegelbeeld van ons schilderij en van de prent, en toont de figuur tot de knieën. De wijzende rechter arm komt op ons schilderij en dat in het Rijksmuseum voor, maar niet op de prent. Pieter Cornelisz. Hooft (Amsterdam 1581 - Den Haag 1647) bereisde in zijn jeugd Frankrijk en Italië als onderdeel van een opleiding voor de handel. Vanaf 1597/98 was hij lid van de Rederijkerskamer de Egelantier en schreef hij poëzie, vooral liefdesliederen en toneelstukken. Hij gaf de handel op en studeerde in 1606-1607 rechten in Leiden. In 1609 werd hij benoemd tot drost van Muiden en baljuw van Gooiland. Nadien woonde hij ‘s zomers op het Muiderslot, 's winters te Amsterdam. Op het slot plachten vooraanstaande kunstenaars en intellectuelen bijeen te komen ("De Muiderkring"). Van 1626 af publiceerde Hooft ook historische studies. Hij wordt beschouwd als één der belangrijkste 17de eeuwse Nederlandse dichters en prozaschrijvers (naar: MOLHUYSEN IV, kol. 771 e.v.). Andere portretten van Hooft zijn cat.nrs. 268 en 395. 1) cat. 1976, nr. A 56.