Stil water

De Dordtse schilder J.C. Schotel was specialist in rivier- en zeegezichten. Zijn schilderijen verwijzen naar 17de-eeuwse meesters als Ludolf Bakhuizen en Willem van de Velde de Jonge. In de verzameling Van der Hoop fungeren Woelend water en Stil water als tegenhangers, al zit er vijf jaar tussen hun vervaardiging. Van beide schilderijen bezat hij bovendien een voorstudie. Adriaan van der Hoop kocht Woelend water op de Amsterdamse Tentoonstelling van Levende Meesters van 1828 voor 2000 gulden. Onder de titel Een woelende Zee met een Palen Hoofd had het schilderij een koninklijke onderscheiding gewonnen. Eerder was het op de Parijse Salon van 1827 bekroond met een gouden medaille. In 1832 bestelde Van der Hoop bij Schotel een tegenhanger. Voor Stil water betaalde hij de schilder 2600 gulden. Het stelt het Nieuwe Diep voor en de rede bij Texel. Schotel noemde Stil water, ‘een mijner beste werken’. De kritieken waren echter minder positief. Zo moest de zwaarmoedige toon in de schepen op de voorgrond het ontgelden, evenals de platte lucht ‘zonder wijding’ en de ‘onbeduidende en zeer ongelukkige kleur’.

Stil water

De Dordtse schilder J.C. Schotel was specialist in rivier- en zeegezichten. Zijn schilderijen verwijzen naar 17de-eeuwse meesters als Ludolf Bakhuizen en Willem van de Velde de Jonge. In de verzameling Van der Hoop fungeren Woelend water en Stil water als tegenhangers, al zit er vijf jaar tussen hun vervaardiging. Van beide schilderijen bezat hij bovendien een voorstudie. Adriaan van der Hoop kocht Woelend water op de Amsterdamse Tentoonstelling van Levende Meesters van 1828 voor 2000 gulden. Onder de titel Een woelende Zee met een Palen Hoofd had het schilderij een koninklijke onderscheiding gewonnen. Eerder was het op de Parijse Salon van 1827 bekroond met een gouden medaille. In 1832 bestelde Van der Hoop bij Schotel een tegenhanger. Voor Stil water betaalde hij de schilder 2600 gulden. Het stelt het Nieuwe Diep voor en de rede bij Texel. Schotel noemde Stil water, ‘een mijner beste werken’. De kritieken waren echter minder positief. Zo moest de zwaarmoedige toon in de schepen op de voorgrond het ontgelden, evenals de platte lucht ‘zonder wijding’ en de ‘onbeduidende en zeer ongelukkige kleur’.