Allegorie op de Overvloed

De catalogi van het Rijksmuseum en Hoogewerff geven op dat het schilderij afkomstig zou zijn uit het Oudezijdshuiszittenhuis. Hiervoor heb ik geen nadere aanwijzing gevonden. Het schilderij lijkt een plafondstuk, omdat de gehele achtergrond uit hemel en wolken bestaat. Het plafond nu van de met schilderijen gedecoreerde "Sael" van het Oudezijdshuiszittenhuis was beschilderd door C. Holsteyn (zie onder cat.nr. 186), die stellig niet de maker van ons schilderij was. Krielaart voegt daaraan toe dat het stuk niet voorkomt in de in 1787 opgemaakte lijst van schilderijen van het huis. Hij stelt dat het wellicht een restant is van het plafondstuk in de zaal van het Nieuwezijdshuiszittenhuis dat Wagenaar beschrijft als: "eenige zinnebeelden, slaande op de zorg voor de behoeftigen". Het doek heette tot dusver een werk van J.G. van Bronchorst (als zodanig afgebeeld bij Hoogewerff). Het is echter m.i. te zwak voor diens hand en wijkt ook in de weergave van handen, gezichten en kleding geheel af van Bronchorsts gesigneerde werken. Men vergelijke voor een en ander ons cat.nr. 86. Kennelijk slechts omdat beide stukken, naar men ten onrechte meende, van oudsher deel uitmaakten van hetzelfde architectonische geheel, heeft men gedacht dat zij ook van dezelfde hand zouden zijn (en uit dezelfde tijd zouden datern: Hoogewerff geeft 1657 als jaartal op). Een preciezere aanduiding dan "Amsterdams werk, tweede helft 17de eeuw" lijkt al met al voor cat.nr. 88 voorlopig niet mogelijk. Heette tot dusver een 'Allegorie op de uitdeling van levensmiddelen' voor te stellen (volgens Hoogewerff: een Allegorie op de Milddadigheid). Is m.i. echter een allegorische afbeelding van de 'Abondanza' of 'Overvloed'. Volgens de toentertijd door schilders veelvuldig geraadpleegde "Iconologia" van Cesare Ripa wordt de "Overvloed" afgebeeld als "Een bevallijcke vrouwe, hebbende een krans om 't voorhoofd ... in 't groen gekleet en met goud geborduyrt, mette rechter hand houd zy een Overvloets-hooren vol vruchten, Druyven, en verscheyden andere, in de slincken arm een bossel met Kooren-ayren, Geersse, Rijs, Erten en .. diergelycke; waer van men siet veele ayren op de aerde vallen .." (C. Ripa, Iconologia of uytbeeldingen des Verstands .. uyt het Italiaans vertaelt door D.P. Pers, Amsterdam 1644, blz. 400). Op het schilderij draagt de vrouw de hoorn des overvloeds niet in de rechter, maar in de linker arm. De "bossel met kooren-ayren" wordt door de drie engeltjes links boven getorst. Dit stemt overeen met het gebruik bij schilders de door Ripa bij een bepaalde personificatie voorgeschreven attributen naar eigen goeddunken te rangschikken.

Allegorie op de Overvloed

De catalogi van het Rijksmuseum en Hoogewerff geven op dat het schilderij afkomstig zou zijn uit het Oudezijdshuiszittenhuis. Hiervoor heb ik geen nadere aanwijzing gevonden. Het schilderij lijkt een plafondstuk, omdat de gehele achtergrond uit hemel en wolken bestaat. Het plafond nu van de met schilderijen gedecoreerde "Sael" van het Oudezijdshuiszittenhuis was beschilderd door C. Holsteyn (zie onder cat.nr. 186), die stellig niet de maker van ons schilderij was. Krielaart voegt daaraan toe dat het stuk niet voorkomt in de in 1787 opgemaakte lijst van schilderijen van het huis. Hij stelt dat het wellicht een restant is van het plafondstuk in de zaal van het Nieuwezijdshuiszittenhuis dat Wagenaar beschrijft als: "eenige zinnebeelden, slaande op de zorg voor de behoeftigen". Het doek heette tot dusver een werk van J.G. van Bronchorst (als zodanig afgebeeld bij Hoogewerff). Het is echter m.i. te zwak voor diens hand en wijkt ook in de weergave van handen, gezichten en kleding geheel af van Bronchorsts gesigneerde werken. Men vergelijke voor een en ander ons cat.nr. 86. Kennelijk slechts omdat beide stukken, naar men ten onrechte meende, van oudsher deel uitmaakten van hetzelfde architectonische geheel, heeft men gedacht dat zij ook van dezelfde hand zouden zijn (en uit dezelfde tijd zouden datern: Hoogewerff geeft 1657 als jaartal op). Een preciezere aanduiding dan "Amsterdams werk, tweede helft 17de eeuw" lijkt al met al voor cat.nr. 88 voorlopig niet mogelijk. Heette tot dusver een 'Allegorie op de uitdeling van levensmiddelen' voor te stellen (volgens Hoogewerff: een Allegorie op de Milddadigheid). Is m.i. echter een allegorische afbeelding van de 'Abondanza' of 'Overvloed'. Volgens de toentertijd door schilders veelvuldig geraadpleegde "Iconologia" van Cesare Ripa wordt de "Overvloed" afgebeeld als "Een bevallijcke vrouwe, hebbende een krans om 't voorhoofd ... in 't groen gekleet en met goud geborduyrt, mette rechter hand houd zy een Overvloets-hooren vol vruchten, Druyven, en verscheyden andere, in de slincken arm een bossel met Kooren-ayren, Geersse, Rijs, Erten en .. diergelycke; waer van men siet veele ayren op de aerde vallen .." (C. Ripa, Iconologia of uytbeeldingen des Verstands .. uyt het Italiaans vertaelt door D.P. Pers, Amsterdam 1644, blz. 400). Op het schilderij draagt de vrouw de hoorn des overvloeds niet in de rechter, maar in de linker arm. De "bossel met kooren-ayren" wordt door de drie engeltjes links boven getorst. Dit stemt overeen met het gebruik bij schilders de door Ripa bij een bepaalde personificatie voorgeschreven attributen naar eigen goeddunken te rangschikken.