Nicolaas Tulp (1593-1674)

Opschriften op het schilderij onderaan (l.:) NICOLAUS (r.:) TULPIUS; m.: ALTIS INSERVIENDO/CONSUMOR:. Grove kopie naar een compositie die in twee versies bekend is: 1. Prent, blijkens het onderschrift door C. van Dalen naar een portret door Nicolaas Eliasz voorstellend Nicolaas Tulp (HOLLSTEIN V, blz. 122, nr. 163; VI, blz. 142); 2. Schilderij, 1634 gedateerd, geheel overeenkomend met deze prent, de figuur eveneens naar rechts gewend; verz. Six, Amsterdam, aldaar als door Nic. Eliasz (NUYENS, blz. 66, afb. 10; W.S. Heckscher, Rembrandt’s Anatomy of Dr. Tulp, New York 1958, blz. 153, pl. XLIV 53). Merkwaardig is dat op ons stuk de haardracht en de gezichtsuitdrukking heel anders zijn (uitgevallen ?) dan op het voorbeeld. Nicolaas Pietersz Tulp (Den Haag 1593 - Amsterdam 1674) studeerde vanaf 1611 te Leiden, waar hij in 1614 promoveerde. Daarop vestigde hij zich als arts in Amsterdam. In 1622 werd hij voor 't eerst tot schepen benoemd. In 1628 volgde zijn aanstelling als praelector in de anatomie. Vanaf 1654 was hij vier maal burgemeester (ELIAS I, blz. 348). Gedurende de jaren 1663 1665 en 1673 1674 was hij afgevaardigde van Amsterdam bij de Staten van Holland. Vaak herdrukt is Tulps enige medische werk: Observationum Medicarum libri tres. Nu is hij beroemd door Rembrandts 'Anatomische les van Dr. Tulp' uit 1632, in het Mauritshuis in Den Haag. Het opschrift "Aliis inserviendo consumor" betekent "ik verteer mijzelf (of: gebruik mijzelf op) in dienst van anderen" en was Tulps motto. Met deze spreuk zal Tulps eigen leven bedoeld zijn dat hij, als medicus "verteerde in dienst van anderen". Deze betekenis wordt onderstreept door de brandende kaars, waar Tulp op wijst: deze kaars immers "verteert zichzelf" evenzeer in dienst van anderen door licht te geven. Dit "licht" zal de 17de eeuwer tegelijk hebben doen denken aan het "licht" dat Tulp, als geleerde, verspreidde. De symboliek legt nadruk op de vergankelijkheid van het menselijk leven, net als de symboliek op vele andere Hollandse 17de eeuwse schilderijen. Op sommige bloemstillevens is de tulp vergankelijkheidssymbool een automatische associatie tussen de naam van deze vergankelijke bloem en de eigennaam Tulp is in de 17de eeuw zeer goed denkbaar (vgl. de interpretatie van het motto bij Heckscher, op. cit., blz. 120, 177, noot 231).

Nicolaas Tulp (1593-1674)

Opschriften op het schilderij onderaan (l.:) NICOLAUS (r.:) TULPIUS; m.: ALTIS INSERVIENDO/CONSUMOR:. Grove kopie naar een compositie die in twee versies bekend is: 1. Prent, blijkens het onderschrift door C. van Dalen naar een portret door Nicolaas Eliasz voorstellend Nicolaas Tulp (HOLLSTEIN V, blz. 122, nr. 163; VI, blz. 142); 2. Schilderij, 1634 gedateerd, geheel overeenkomend met deze prent, de figuur eveneens naar rechts gewend; verz. Six, Amsterdam, aldaar als door Nic. Eliasz (NUYENS, blz. 66, afb. 10; W.S. Heckscher, Rembrandt’s Anatomy of Dr. Tulp, New York 1958, blz. 153, pl. XLIV 53). Merkwaardig is dat op ons stuk de haardracht en de gezichtsuitdrukking heel anders zijn (uitgevallen ?) dan op het voorbeeld. Nicolaas Pietersz Tulp (Den Haag 1593 - Amsterdam 1674) studeerde vanaf 1611 te Leiden, waar hij in 1614 promoveerde. Daarop vestigde hij zich als arts in Amsterdam. In 1622 werd hij voor 't eerst tot schepen benoemd. In 1628 volgde zijn aanstelling als praelector in de anatomie. Vanaf 1654 was hij vier maal burgemeester (ELIAS I, blz. 348). Gedurende de jaren 1663 1665 en 1673 1674 was hij afgevaardigde van Amsterdam bij de Staten van Holland. Vaak herdrukt is Tulps enige medische werk: Observationum Medicarum libri tres. Nu is hij beroemd door Rembrandts 'Anatomische les van Dr. Tulp' uit 1632, in het Mauritshuis in Den Haag. Het opschrift "Aliis inserviendo consumor" betekent "ik verteer mijzelf (of: gebruik mijzelf op) in dienst van anderen" en was Tulps motto. Met deze spreuk zal Tulps eigen leven bedoeld zijn dat hij, als medicus "verteerde in dienst van anderen". Deze betekenis wordt onderstreept door de brandende kaars, waar Tulp op wijst: deze kaars immers "verteert zichzelf" evenzeer in dienst van anderen door licht te geven. Dit "licht" zal de 17de eeuwer tegelijk hebben doen denken aan het "licht" dat Tulp, als geleerde, verspreidde. De symboliek legt nadruk op de vergankelijkheid van het menselijk leven, net als de symboliek op vele andere Hollandse 17de eeuwse schilderijen. Op sommige bloemstillevens is de tulp vergankelijkheidssymbool een automatische associatie tussen de naam van deze vergankelijke bloem en de eigennaam Tulp is in de 17de eeuw zeer goed denkbaar (vgl. de interpretatie van het motto bij Heckscher, op. cit., blz. 120, 177, noot 231).