Inktstel in etui

Zilveren gelegenheidsgeschenken zijn vrijwel altijd voorzien van de naam van de jubilaris en/of de schenker. Op dit inktstel zijn slechts de jaartallen 1813 en 1863 gegraveerd. Dankzij een bij het object bewaard gebleven document zijn de namen van zowel de schenkers als de begunstigde bekend (Citroen 1976, p. 13-15). De tekst op het briefje luidt: 'Zilver verguld inktkoker/ Cadeau van den Heer en Mevrouw/ Backer Bierens/ aan hunne neven en nichten bij/ gelegenheid van hunne gouden/ bruiloft. 1813-1863/ Souvenir van Mevr. S. Rendorp/ v. Notten aan Mevr. Hoeufft-Backer/ 1910/' (AHM, Documentatiearchief Backer). Het inktstel was een geschenk van het echtpaar Backer-Bierens aan hun neef Salomon Rendorp (1824-1903) ter gelegenheid van hun gouden huwelijksfeest in 1863. In totaal bestelden mr. Anthony Backer (1788-1865), vice-president van de Arrondissementsrechtbank te Amsterdam, en zijn echtgenote Hester Bierens (1793-1870) 21 van deze inktstellen bij de firma Bonebakker, bestemd voor al hun neven en nichten. De bestelling van het echtpaar bleef in de administratie van Bonebakker bewaard. Het Debiteurenboek vermeldt op 20 augustus 1863: '21 zilveren vergulde Inktkokers met gegraveerde gebogen rand, 2 fleschjes en penneleggers, elk in een met fluweel bekleed Etui kk 2338 (gram) à f 42,- = f 882,-, voor het graveren van de 2 jaartallen f 15,75'. De flesjes werden geleverd door de firma Focke & Meltzer: '21 paar Inktfleschjes volgens model geslepen à f 2,50 f 52,50' en de bijbehorende etuis door de firma Wed. W. Muller: '21 foudralen voor Inktkokers binnenzijde fluweel à f 1,50 f 31,50' (geciteerd in: Citroen 1976, p. 15). Van de 21 inktstellen zijn - naast het exemplaar in het Amsterdams Historisch Museum - nog drie andere exemplaren bekend (Citroen 1976, p. 13-14). Behalve de inktstellen deelde het jubilerende echtpaar nog achttien gouden naaldenkokers en negen gouden patentpotloden uit, eveneens gegraveerd met de jaartallen 1813-1863. Waarschijnlijk waren deze bestemd voor hun achterneven en nichten Alewijn, Backer, Bierens, Collot d'Escury, Van Engelen, Rendorp en Smissaert (Citroen 1976, p. 15). Zie: Inleiding Vreeken, p. X.

Inktstel in etui

Zilveren gelegenheidsgeschenken zijn vrijwel altijd voorzien van de naam van de jubilaris en/of de schenker. Op dit inktstel zijn slechts de jaartallen 1813 en 1863 gegraveerd. Dankzij een bij het object bewaard gebleven document zijn de namen van zowel de schenkers als de begunstigde bekend (Citroen 1976, p. 13-15). De tekst op het briefje luidt: 'Zilver verguld inktkoker/ Cadeau van den Heer en Mevrouw/ Backer Bierens/ aan hunne neven en nichten bij/ gelegenheid van hunne gouden/ bruiloft. 1813-1863/ Souvenir van Mevr. S. Rendorp/ v. Notten aan Mevr. Hoeufft-Backer/ 1910/' (AHM, Documentatiearchief Backer). Het inktstel was een geschenk van het echtpaar Backer-Bierens aan hun neef Salomon Rendorp (1824-1903) ter gelegenheid van hun gouden huwelijksfeest in 1863. In totaal bestelden mr. Anthony Backer (1788-1865), vice-president van de Arrondissementsrechtbank te Amsterdam, en zijn echtgenote Hester Bierens (1793-1870) 21 van deze inktstellen bij de firma Bonebakker, bestemd voor al hun neven en nichten. De bestelling van het echtpaar bleef in de administratie van Bonebakker bewaard. Het Debiteurenboek vermeldt op 20 augustus 1863: '21 zilveren vergulde Inktkokers met gegraveerde gebogen rand, 2 fleschjes en penneleggers, elk in een met fluweel bekleed Etui kk 2338 (gram) à f 42,- = f 882,-, voor het graveren van de 2 jaartallen f 15,75'. De flesjes werden geleverd door de firma Focke & Meltzer: '21 paar Inktfleschjes volgens model geslepen à f 2,50 f 52,50' en de bijbehorende etuis door de firma Wed. W. Muller: '21 foudralen voor Inktkokers binnenzijde fluweel à f 1,50 f 31,50' (geciteerd in: Citroen 1976, p. 15). Van de 21 inktstellen zijn - naast het exemplaar in het Amsterdams Historisch Museum - nog drie andere exemplaren bekend (Citroen 1976, p. 13-14). Behalve de inktstellen deelde het jubilerende echtpaar nog achttien gouden naaldenkokers en negen gouden patentpotloden uit, eveneens gegraveerd met de jaartallen 1813-1863. Waarschijnlijk waren deze bestemd voor hun achterneven en nichten Alewijn, Backer, Bierens, Collot d'Escury, Van Engelen, Rendorp en Smissaert (Citroen 1976, p. 15). Zie: Inleiding Vreeken, p. X.