Dit voorwerp is een voorbeeld van de klassieke Amsterdamse mand, zoals deze omstreeks het midden van de jaren zestig van de achttiende eeuw tot ontwikkeling kwam (Citroen/Van Erpers Royaards/Verbeek 1984, p. 139 nr. 158). Kenmerkend voor dit type mand is het betrekkelijk hoge model, de ajourgezaagde wand en de sterk golvende bovenrand. Bij dit door Schiotling vervaardigde exemplaar treden weelderige rococo stijlkenmerken en strenge neo-classicistische elementen naast elkaar op, respectievelijk te zien in onder meer de rocaillevormige pootjes en de gestrikte trofeeën en medaillons. Deze mengeling van stijlkenmerken komt ook op andere voorwerpen van Schiotling voor, een werkwijze die deels verklaarbaar is in het langdurig gebruik van bestaande gietvormen (De Lorm 2001~2, p. 172-173 nr. 104, p. 195-196 nr. 124).