Chinese curiositeiten werden al in de zeventiende eeuw in de Nederlanden verzameld. Naast porselein en lakwerk was ook kunstig snijwerk van rhinoceroshoorn en ivoor een geliefd verzamelobject (Bergvelt/Kistemaker 1992, p. 171). Dergelijke voorwerpen werden hier dikwijls voorzien van zilveren monturen, een gewoonte die tot het midden van de negentiende eeuw in gebruik bleef. Deze zeventiende-eeuwse kelk van gesneden rhinoceroshoorn is pas aanzienlijk later van een zilveren montering voorzien. Dit gebeurde in 1846 door Arnoldi en Wielick, een bedrijf dat gespecialiseerd was in de vervaardiging van zilveren monturen aan porselein (cat.nr. KB 1321, KA 1320, KA 2488, KB 1413, KB 1319). Er zijn verwante Chinese gesneden hoorns bekend met sokkels van ivoor en hout (Bergvelt/Kistemaker 1992, p. 172 nr. 366). Zie voor een Chinees ivoren reliëf, gemonteerd als deksel in een zilveren doos cat.nr. KA 3778.