Maer als hem d’eeuw’ghe doot ten laesten komt voor ooghen, so vindt hy sich (eylaes!) door yedel’ hoop bedrooghen. (nr. 4 uit de serie: allegoriëen op de macht van de wellust en het geld)

Maer als hem d’eeuw’ghe doot ten laesten komt voor ooghen, so vindt hy sich (eylaes!) door yedel’ hoop bedrooghen. (nr. 4 uit de serie: allegoriëen op de macht van de wellust en het geld)