Pasglas GRAAF VAN OLDENBURG (1666)

De glasgravures zijn op grond van stilistische vergelijkingen toe te schrijven aan G.V[an?] Nes. Met name de overeenkomst tussen de bloem- en bladrankenversiering op het pasglas en die op een door G.V. Nes gesigneerde roemer in het Victoria and Albert Museum te Londen is treffend (Klesse 1997, p. 11 afb. 14, p. 12). De herkomt en de betekenis van het glas zijn in verband te brengen met Anton Günther, de laatste graaf van Oldenburg (1583-1667, regeerperiode 1603-1667). Het gemonogrammeerde opschrift op de vierde pas is te lezen als: Von Gottes Gnaden Anton Günther Graf zu Oldenburg und Delmenhorst Herr zu Jever und Kniphausen im Jahr 1666. De figuratieve voorstellingen op de bovenste en onderste passen zijn geïnspireerd op de twee legendes die betrekking hebben op oorsprong en geschiedenis van het grafelijk geslacht Oldenburg. Ze verbeelden respectievelijk het leeuwengevecht van graaf Friedrich en de sage van de wonderhoorn van Oldenburg (Klesse 1997, pp. 3-14). De glasgravures van het leeuwengevecht gaan terug op een in 1609 uitgegeven toneelstuk, opgedragen aan de graaf, en de bewerking van een in 1599 verschenen kroniek van Hermann Hamelmann. De op het glas afgebeelde scènes corresponderen met de zes acten van het toneelstuk, met uitzondering van de eerste en laatste voorstelling, die ontleend zijn aan de kroniek van Hermann Hamelmann. De weergave van de sage van de wonderhoorn gaat eveneens op de bovengenoemde kroniek terug (Klesse 1997, pp. 4-8). De leeuwenstrijd is in opdracht van Anton Günther diverse malen afgebeeld op glazen die als diplomatieke cadeaus werden geschonken (Klesse 1997, p. 7). Ook het glas in de collectie Willet-Holthuysen kan een dergelijk geschenk zijn geweest.

Pasglas GRAAF VAN OLDENBURG (1666)

De glasgravures zijn op grond van stilistische vergelijkingen toe te schrijven aan G.V[an?] Nes. Met name de overeenkomst tussen de bloem- en bladrankenversiering op het pasglas en die op een door G.V. Nes gesigneerde roemer in het Victoria and Albert Museum te Londen is treffend (Klesse 1997, p. 11 afb. 14, p. 12). De herkomt en de betekenis van het glas zijn in verband te brengen met Anton Günther, de laatste graaf van Oldenburg (1583-1667, regeerperiode 1603-1667). Het gemonogrammeerde opschrift op de vierde pas is te lezen als: Von Gottes Gnaden Anton Günther Graf zu Oldenburg und Delmenhorst Herr zu Jever und Kniphausen im Jahr 1666. De figuratieve voorstellingen op de bovenste en onderste passen zijn geïnspireerd op de twee legendes die betrekking hebben op oorsprong en geschiedenis van het grafelijk geslacht Oldenburg. Ze verbeelden respectievelijk het leeuwengevecht van graaf Friedrich en de sage van de wonderhoorn van Oldenburg (Klesse 1997, pp. 3-14). De glasgravures van het leeuwengevecht gaan terug op een in 1609 uitgegeven toneelstuk, opgedragen aan de graaf, en de bewerking van een in 1599 verschenen kroniek van Hermann Hamelmann. De op het glas afgebeelde scènes corresponderen met de zes acten van het toneelstuk, met uitzondering van de eerste en laatste voorstelling, die ontleend zijn aan de kroniek van Hermann Hamelmann. De weergave van de sage van de wonderhoorn gaat eveneens op de bovengenoemde kroniek terug (Klesse 1997, pp. 4-8). De leeuwenstrijd is in opdracht van Anton Günther diverse malen afgebeeld op glazen die als diplomatieke cadeaus werden geschonken (Klesse 1997, p. 7). Ook het glas in de collectie Willet-Holthuysen kan een dergelijk geschenk zijn geweest.