Dit medaillon van goud en ivoor toont een portret van een dame in achttiende-eeuwse uitdossing. Vermoedelijk gaat het hier om Adriana Susanna Tiewelen (1729-1781), echtgenote van Marten Adriaan Beels (1728-1789) en lid van de adel. Beels was advocaat en bewindhebber van de Vereenigde Oostindische Compagnie. Daarnaast werd hij in 1787 burgemeester van Amsterdam. Omdat hij tegen de patriottenbeweging gekant was, werd hij echter enkele maanden na zijn benoeming al van zijn functie vervallen verklaard. Het medaillon is in 1779 geschilderd, Adriana Susanna was toen vijftig jaar oud. Op het portret draagt ze een blauwe japon, afgezet met ruches en een rand van wit kant. In het gepoederde haar bevindt zich een oranjerood-wit lint. Wellicht dat de kleuren van het lint een verwijzing zijn naar de orangisten, wiens zijde de familie Beels koos in de strijd tegen de patriotten. Het medaillon wordt bewaard in een doosje van groen haaienleer. Marten en Adriana kregen samen een dochter en twee zoons, van wie Leonard Beels (1765-1793) de oudste was. Van hem en zijn echtgenote bevinden zich eveneens medaillons met portretten in de collectie van het Amsterdam Museum (objectnrs 3702.1/2 en 3703).