Naaldenkoker

Taps toelopende naaldenkokers met een schroefdop kwamen in de periode 1750-1820 veelvuldig voor. Mallen voor stampwerk werden gedurende langere tijd gebruikt en door zilversmeden onderling uitgeleend of na overlijden overgenomen. Van het laatste is deze naaldenkoker een voorbeeld. Van Cornelis van Hoek, de vader van Johannes, bezit het Amsterdams Historisch Museum een koker met identieke bijbelse decors (cat.nr. KA 3735). Een andere naaldenkoker door Johannes van Hoek bevindt zich in Museum Boijmans Van Beuningen te Rotterdam (Ter Molen 1994, p. 559 nr. 301). Zie over dit type naaldenkoker: Wttewaall 1994~2, p. 129-131. Zie het commentaar bij cat.nr. KA 3741.

Naaldenkoker

Taps toelopende naaldenkokers met een schroefdop kwamen in de periode 1750-1820 veelvuldig voor. Mallen voor stampwerk werden gedurende langere tijd gebruikt en door zilversmeden onderling uitgeleend of na overlijden overgenomen. Van het laatste is deze naaldenkoker een voorbeeld. Van Cornelis van Hoek, de vader van Johannes, bezit het Amsterdams Historisch Museum een koker met identieke bijbelse decors (cat.nr. KA 3735). Een andere naaldenkoker door Johannes van Hoek bevindt zich in Museum Boijmans Van Beuningen te Rotterdam (Ter Molen 1994, p. 559 nr. 301). Zie over dit type naaldenkoker: Wttewaall 1994~2, p. 129-131. Zie het commentaar bij cat.nr. KA 3741.