Begrafenisschild van het St. Victors- of Korenmolenaarsgilde

De vier schilden, bestaande uit twee gelijke paren (KA 3698 en KA 3699, KA 3700 en KA 3701), zijn vervaardigd voor het St. Victors- of Korenmolenaarsgilde te Amsterdam. Waarschijnlijk waren ze paarsgewijs, in antithetische ordening aan weerszijden van de lijkbaar van een overleden gildebroeder bevestigd. Het op de schilden afgeslagen meesterteken, een valk met kap en wapperende linten, was tot voor kort niet-geïdentificeerd. Het teken is - in combinatie met de gegraveerde naam Simon Andriesz Valkenaer en het jaartal 1630 - geregistreerd op de gildeplaat van het Amsterdamse Goud- en Zilversmidsgilde, zodat de schilden thans met zekerheid aan deze meester zijn toe te schrijven (zie: Bijlage, p. X). In het Amsterdamse Korenmolenaarsgilde waren, naast de bazen en meesterknechten, ook eigenaren van molens georganiseerd. Het gilde had St. Victor als schutspatroon (Van Eeghen 1951, p. 72-73). In de achttiende eeuw telde de stad 31 korenmolens, waaronder De Victor die tot 1898 op het voormalige bolwerk Rijk ter hoogte van de Rozengracht stond. Boven de ingang prijkte een gevelsteen met de heilige, afgebeeld als bisschop met een molen in zijn hand en een harnas aan zijn voeten. De steen is nu in bezit van het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap te Amsterdam (Boers 1978, p. 18-19 afb.). Zie voor begrafenisschilden van andere Amsterdamse ambachtsgilden: cat.nr. KA 6592 t/m KA 6595, KB 1378-KB 1379, KA 13976 t/m KA 13979, KA 6596 t/m KA 6599, KB 1361 t/m KB 1364, KA 8058, KA 6588 t/m KA 6591, KA 7458. Zie over functie en gebruik van begrafenisschilden: cat.nr. KA 6592 t/m KA 6595. Zie inleiding Vreeken, p. X.

Begrafenisschild van het St. Victors- of Korenmolenaarsgilde

De vier schilden, bestaande uit twee gelijke paren (KA 3698 en KA 3699, KA 3700 en KA 3701), zijn vervaardigd voor het St. Victors- of Korenmolenaarsgilde te Amsterdam. Waarschijnlijk waren ze paarsgewijs, in antithetische ordening aan weerszijden van de lijkbaar van een overleden gildebroeder bevestigd. Het op de schilden afgeslagen meesterteken, een valk met kap en wapperende linten, was tot voor kort niet-geïdentificeerd. Het teken is - in combinatie met de gegraveerde naam Simon Andriesz Valkenaer en het jaartal 1630 - geregistreerd op de gildeplaat van het Amsterdamse Goud- en Zilversmidsgilde, zodat de schilden thans met zekerheid aan deze meester zijn toe te schrijven (zie: Bijlage, p. X). In het Amsterdamse Korenmolenaarsgilde waren, naast de bazen en meesterknechten, ook eigenaren van molens georganiseerd. Het gilde had St. Victor als schutspatroon (Van Eeghen 1951, p. 72-73). In de achttiende eeuw telde de stad 31 korenmolens, waaronder De Victor die tot 1898 op het voormalige bolwerk Rijk ter hoogte van de Rozengracht stond. Boven de ingang prijkte een gevelsteen met de heilige, afgebeeld als bisschop met een molen in zijn hand en een harnas aan zijn voeten. De steen is nu in bezit van het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap te Amsterdam (Boers 1978, p. 18-19 afb.). Zie voor begrafenisschilden van andere Amsterdamse ambachtsgilden: cat.nr. KA 6592 t/m KA 6595, KB 1378-KB 1379, KA 13976 t/m KA 13979, KA 6596 t/m KA 6599, KB 1361 t/m KB 1364, KA 8058, KA 6588 t/m KA 6591, KA 7458. Zie over functie en gebruik van begrafenisschilden: cat.nr. KA 6592 t/m KA 6595. Zie inleiding Vreeken, p. X.