Links Keizersgracht 131-161 en hoger, even ten noorden van de Leliegracht, gezien in zuidelijke richting. Rechts op de achtergrond, naast de verduisterde zon, is de Westertoren te zien. Rechts, aan de evenzijde van de gracht, voorbij de brug over de Leliegracht, wordt een groot vuur ontstoken, dat de gevels aan de linkerzijde helder verlicht. Links op de voorgrond een stilstaande koets met diverse toekijkende heren. Ook bij de Leliegracht staan mensen te kijken. De zonsverduistering had plaats om 11.57, maar was niet zo langdurig en donker als voorspeld. Een anonieme dichter richtte zich spoedig erna tot 'alle heeren wiskonstenaars' met de opmerking dat het natuurfenomeen slechts 'een kleine schaduw van hetgeen gij had geschreven' was. Tevens hekelde hij een schilder die een veel te donkere voorstelling van het gebeuren had vervaardigd. Wellicht doelde hij daarmee op deze tekening van Pronk.